4 gerookte worsten
1 eetlepel boter
1 handvol verse kervel
Voor de PUREE:
1 kg aardappelen
1 kg wortelen
2 dikke uien
4 eetlepels boter
10 takjes verse tijm
3 laurierbladeren
Zout en peper
Voor de GEPOFTE MOSTERDZAADJES:
200 ml water
40 gr mosterdzaadjes
3 eetlepels wittewijnazijn
2 eetlepels bloemsuiker
Bereiding:
Schil de aardappelen en de wortelen en snij ze allemaal in stukken. Kook ze beetgaar in een pan licht gezouten water. Giet ze samen af en laat ze goed uitdampen. Pel en snipper de uien en fruit ze in een stoofpan met de boter, de tijm en de laurier. Voeg de wortelen en aardappelen toe en laat al roerend sudderen op een laag vuur. Verwijder de tijm en de laurier en stamp alles tot puree. Breng op smaak met peper en zout en zet opzij.
Maak nu de gepofte mosterdzaadjes. Breng het water aan de kook in een kookpan. Voeg de mosterdzaadjes, de azijn en de bloemsuiker toe en zet het vuur laag, zet het deksel op de pan en laat ongeveer 30 minuten sudderen.
Bak de worsten in een braadpan in de boter. Verdeel de puree over de borden en garneer met de mosterdzaadjes en de kervel. Serveer met een gerookte worst.