80 gr boter
2 uien in schijfjes
2 teentjes knoflook in schijfjes gesneden
4 el suiker
60 gr bloem
6 dl ware
12 tot 16 varkenswangetjes
Peper en zout
2 flesjes zoet bruin bier
3 tijmtakjes
3 laurierblaadjes
6 el balsamico-azijn
1 el runderbouillon
Bereiding
Neem een wijde pan zonder antiaanbaklaag en smelt er 40gr boter in tot die goudbruin is.
Bak de ui en knoflook heel bruin.
Strooi de suiker en bloem over het ui-knoflookmengsel zodra dit bruin is.
Roer goed door en blus met een deel van het water tot alles onderstaat.
Giet alles over in een wijde stoofpot, inclusief de lekkere aanbaksels uit de pan.
Gebruik dezelfde pan om de rest van de boter te laten smelten tot die goudbruin is.
Kruid het vlees aan beide kanten met peper en zout
Bak de wangetjes in ongeveer 4 minuten aan elke kant mooi bruin.
Blus het vlees met het bier en maak opnieuw alle aanbaksels los.
Giet het vlees en bier nu in de stoofpot.
Door telkens alles mooi bruin te bakken, krijgt de saus straks een diepbruine kleur.
Voeg tijm, laurier, balsamico-azijn, runderbouillon en de rest van het water toe aan de stoofpot.
Roer het geheel goed door.
Breng even aan de kook en laat ongeveer 1 à 1,5 uur rustig verder garen op een laag vuur.
Varkenswangetjes zijn sneller gaar dan gewoon stoofvlees, de kooktijd is dan ook minder lang.
Laat de varkenswangetjes niet de lang op het vuur staan, want dan gaat het vlees uit elkaar vallen.
Serveer met frietjes of puree.