- 250 gr rozijnen
- 1 el gist
- 2,5 dl melk op kamertemperatuur
- 60 gr gesmolten boter,
- 2 tl zout
- 1 ei
- 180 gr suiker
- 2 el kaneelpoeder
- 1,5 kg tarwebloem
- 1 losgeklopt ei,
- olijfolie
BEREIDINGSWIJZE
Laat de rozijnen 10 minuten weken in een kommetje warm water en laat ze uitlekken.
Los de gist op in 2,5 dl water op kamertemperatuur.
Roer er de melk onder.
Doe er vervolgens ook de gesmolten boter, het zout en 1 eetlepel suiker bij
Meng er dan LANGZAAM de bloem onder met de handen.
Meng de rozijnen met 1 eetlepel bloem en kneed ze onder het deeg.
Het deeg is klaar als je er een bol van kunt vormen met een beetje weerstand.
Vet een kom in met olie
Leg er het deeg in
Dek af met een schone handdoek
Laat ongeveer een uur rijzen op een warme plek.
Meng ondertussen het kaneelpoeder onder de suiker.
Verdeel het gerezen deeg in twee.
Rol ze op een met bloem bestoven oppervalk uit tot een lange lap.
Borstel in met ei.
Bestrooi rijkelijk met kaneelsuiker
Rol vervolgens op
Leg de rollen in een langwerpige bakvorm met de sluiting naar beneden.
Dek af met een handdoek en nog 30 minuten laten rijzen.
Smeer in met ei
Laat 35 minuten bakken in een voorverwarmde oven van 190°.