1 kg everzwijnragout
120 gr pancetta per carbonara
2 wortelen
1 ui
2 grote appelen
4 takjes peterselie
3,3 dl Rodenbach Grand Cru
4 dl wildfond
2 eetlepels bloem
50 gr boter
1 kruidentuiltje
Peper en zout
Voor de AARDAPPELPUREE:
1 kg bloemige aardappelen
100 gr boter
Peper en zout
Bereiding:
Maak de ragout: hak de ui en snijd de wortelen in stukken. Fruit ze in een stoofpan met de helft van de boter en het kruidentuiltje. Schroei intussen de ragout dicht op een hoog vuur, in een grote braadpan met de rest van de boter. Kruid met peper en zout. Bestrooi het vlees met bloem zodra het mooi gekleurd is, meng 1 minuut en voeg het toe in de stoofpan. Roer alle aanbaksels van het vlees goed los met het bier en giet in de stoofpan. Voeg de wildfond toe, zet het deksel op de pan en laat 1u30 pruttelen. Haal dan het deksel van de pan en laat nog 30 minuten pruttelen.
Maak de puree: schil de aardappelen, snijd ze in stukken en doe ze in een kookpot. Overgiet met koud water, breng aan de kook en laat 20 minuten sudderen. Giet de aardappelen af en plet ze met de boter, peper en zout.
Fruit de pancetta in een braadpan, eerst op een zacht vuurtje op het vet te doen smelten. Verhoog daarna het vuur en bak de pancetta. Schil de appelen, snijd ze in grote stukken en voeg ze toe. Bak op een matig vuurtje goudbruin. Laat alles op keukenpapier uitlekken en voeg 5 minuten voor het einde van de kooktijd in de stoofpan toe.
Breng de ragout verder op smaak, bestrooi hem met gehakte peterselie en serveer met de puree.