250 gr tarwebloem voor wit brood
1 eetlepel suiker
Snuifje kaneel
100 ml lauwe melk
3,5 gr droge gist
2 eieren
4 hardgekookte, ongepelde eieren
1 pakje prosciutto
25 gr boter
1 koffielepel zout
Bereiding:
Doe de bloem, suiker, kaneel, lauwe melk en gist in een ruime kom en meng goed. Voeg 1 ei, de boter en het zout toe. Kneed 15 minuten tot een soepel deeg. Leg het in een kom, dek af met folie of een vochtige doek en laat 40 minuten rijzen op een warme, tochtvrije plaats.
Kneed het deeg opnieuw en verdeel het in 4 porties. Rol van elke portie 2 lange stengels, draai ze in elkaar en vorm er een nestje van. Leg de nestjes op een bakplaat en zet er de hardgekookte eieren rechtop in. Dek alles weer af en laat nog eens 40 minuten rijzen.
Verwarm de oven voor op 220°C. Klop een ei los samen met een scheutje melk en een snuifje zout. Bestrijk er de kransen mee en laar 5 minuten drogen. Schuif de bakplaat in de ven en verlaag de oventemperatuur tot 200°C. Bak de broodjes 20 minuten tot ze goudbruin zijn. Laat ze afkoelen op een rooster.
Leg de briochenestjes op een serveerschaal en maak roosjes van de ham. Schik die tussen de broodjes en serveer.