- 700 gr witte asperges (20stuks)
- 4 sneden gerookte zalm
- 400 gr krielaardappeltjes,
- 125 gr boter
- 125 ml room
- 2 sjalotten
- 125 ml witte wijn
- 1 citroen, verse kruiden
- enkele takjes bladpeterselie
- kervel en dille
- 2 stengels lente-ui
- nootmuskaat
- witte peperbolletjes
- peper en zout
Snipper de sjalotten en plet de peperbolletjes. Stoof de sjalotten glazig en bevochtig met witte wijn en 2 eetlepels citroensap. Laat het geheel inkoken tot je nog ongeveer 1/4 van de hoeveelheid vloeistof over hebt. Zeef de saus en vang het vocht op in een steelpan. Voeg de room erbij. Laat even tot kooktemperatuur komen. HAAL VAN HET VUUR en spatel, beetje bij beetje, 125 gr koude boter bij de saus. DE SAUS MAG NIET KOKEN, ANDERS ZAL ZE SCHIFTEN.
Hak alle kruiden en de lente-ui fijn en voeg toe aan de saus. Breng op smaak met nootmuskaat, peper en zout. Hou warm tot gebruik.
Breng een aspergepan met gezouten water aan de kook. Schil de asperges en snijd of kraak het harde stukje (1-3 cm) er af. Kook ze tot ze gaar zijn ongeveer 15 minuten afhankelijk van de dikte. Haal ze uit het water en laat ze goed uitlekken.
Was de krielaardappelen, kook deze beetgaar in gezouten water. Giet ze af en dep ze af met keukenpapier, verdeel in twee. Verhit 1 eetlepel boter in een grote pan en bak de krielaardappeltjes hierin goudbruin.
Verdeel de asperges en gerookte zalm over 4 warme borden en bestrooi met peper. Schep de krielaardappeltjes erbij. Schep de saus erover en werk af met de extra kruiden.