Zo zat ik afgelopen 14 februari mee in een moordcomplot. Dat is te zeggen, een moorddiner waarin een aantal acteurs samen een etentje opvrolijken met het spelen van een moordspel. Tijdens het diner, in dit geval een zogezegde schilderijenvernissage, werd mijn toneeldochter vermoord door één van de aanwezigen. Wie goed oplette en alle puzzelstukjes in elkaar kon passen, wist doorheen de avond de dader te ontmaskeren. Ik verklap hier natuurlijk niet wie de échte dader was, dat zou te veel pret bederven, moest je de kans krijgen om het moorddiner zelf mee te maken. Ik heb geen idee waar het concept vandaan komt. Maar er zijn zo van die evenementen die ergens opduiken, bedacht door een creatief brein en losgelaten worden op het onschuldige publiek.
Zo duiken ook escaperooms op, ontsnappingskamers, die op de evenementenlijst staan. Als teambuilding of zo, of voor een verjaardagsverrassing voor je gasten. Je wordt opgesloten in één of meerdere themakamers. Daar moet je dan met het nodige vernuft, puzzeltalent en geduld uit de kamers proberen te geraken. Het heeft iets luguber, iets van voyeurisme, vind ik wel. Er zijn camera’s die je observeren, spiegelglas waarachter één of andere gluurder je in de gaten houdt om te zien welke puzzelmoves je gaat maken. Maar het voordeel is wel dat je op voorhand weet, dat je in de gaten wordt gehouden. Het is geen halloween of horrorscenario, tenzij de film waarin je zou spelen echt zou zijn. Het is lekker spannend als je een beetje op de wip zit: is het echt, is het niet echt? Geraak ik er uit, geraak ik er niet uit? Hou ik het vol of niet? Heb ik stalen zenuwen of zijn ze van pudding? Een uurtje entertainment voor jong en oud. Je moet het maar bedenken.
Eén van die bedenkers heb ik als klein jongetje in mijn klas gehad. Het was toen al een beetje een adhd-ertje, een wiebel-kriebelventje dat de nodige portie aandacht nodig had van de meester en de anderen. Maar het was geen onbeleefd kereltje dat met zijn grote mond de boel op stelten zette. Nee, hij was een vrolijke, onbezorgde leerling in mijn klas, die er van hield om de boel te entertainen. Dat doet hij na al die jaren nog steeds. Ik had het toen al in de smiezen, dat die richting wel zijn ding zou zijn. Ik heb het hem ook vaak gezegd, dat toneel spelen of zo, wel iets voor hem zou zijn. En jawel, dat is het ook geworden. Toen hij mij, zijn oude meester, vroeg om mee te doen in zijn laatste moorddiner, bleek het nog maar een keertje een waarheid als een koe: de cirkel is echt rond.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.