Vanuit het standpunt van ik moet dringend regiemen, komt zo’n verstervingske wel meer voor. Maar dan heet het geen verstervingske doen, maar diëten. Dat is weer iets helemaal anders.
Ik geloof niet echt dat er in een klooster aan Weight Watchers wordt gedaan of aan het proteïne-arm dieet. Laat staan dat ze in het klooster van West-Vleteren of Orval geen proeverij meer doen. Dat zou echt wel jammer zijn, niet?
Maar zou het af en toe niet goed zijn om een poosje iets niet te doen, om achteraf te beseffen hoe goed we het wel hebben?
De dagelijkse luxe die ons overspoelt is zo vanzelfsprekend geworden, dat het haast geen luxe meer lijkt.
Internet? Overal bereikbaar, tot bijvoorbeeld laatst op school het netwerk uitviel en iedereen verbaasd op de gang kwam kijken wat er aan de hand was. ‘Bij u ook?’ ‘Ja, ik geraak niet meer op mijn smartbord.’ Dan weet je het weer: O ja, wat een grote luxe is dat vanzelfsprekende netwerk toch. Je beseft weer dat een smartmeester of smartjuf wel handig zijn in deze noodsituatie.
Het heeft iets van Mac Guyver op dat moment. Ken je hem nog, de man die met de doodgewoonste dingen uit zijn omgeving iets in elkaar kan knutselen om zijn probleem op te lossen? Ik vraag me wel af, hoe het komt dat deze man niet is gaan bij studeren als ingenieur of uitvinder, omdat hij zo vaak voor voldongen feiten komt te staan, waarin hij zijn technisch vernuft moet laten blijken. Ach ja, misschien is het wel een selfmade-man, een eenzame en zeldzame doe-het-zelver die met al die opleidingen net gehinderd zou worden in zijn creativiteit.
Nog zo een luxe: in je auto stappen en rijden waar je maar naar toe wilt gaan. Opeens licht er in mijn wagen een kleine geel Engels sleuteltje op. Oeps, dat wordt naar de garage rijden om te laten nakijken. Ook hier weer blijkt dat ik geen Mac Guyver ben, maar dat ik moet rekenen op de luxe van kennis van garagisten en aanverwante techneuten. Ben ik blij dat die er zijn en met geoliede vingers mijn wagen weer in orde brengen, zodat ik weer kan genieten van de alledaagse luxe wanneer ik zorgeloos kan starten en vertrekken.
Geniet dus vooral van dit dagboekframgent, de fijne muziek en andere boodschappen, verzonden via de zogezegde alledaagse luxe van radio-experten en ethertechniek. Zo vanzelfsprekend is het zeker niet altijd. Ik weet er alles van.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.