Het fijne evenement van onze stad Bilzen ‘Dorp op stap’ komt er weer aan. In de maand juni komen de dorpen Eigenbilzen en Rosmeer aan de beurt. Het is voor mij telkens weer een duiken in de geschiedenis van mijn eigen streek. Het valt me telkens op hoe trots inwoners zijn op hun eigen stukje grond en verleden, maar ook op het behoud en zo de toekomst ervan. Ze proberen met heel wat initiatieven oudere mensen nog eens aan het woord te laten. Ze proberen jongeren warm te krijgen voor hun eigen dorp. Ik moet zeggen dat het de initiatiefnemers wonderwel lukt. Daar zijn deze twee edities weer een fijn voorbeeld van. Ik mocht in Eigenbilzen ondergedompeld worden in een overvloed van anekdotes, uitspraken van dorpsfiguren, verklaringen van namen. Ze namen me mee in de stroom van feesten, caféverhalen en oude artikels. Met al dit materiaal ga ik graag aan de slag en puzzel een fijn verhaal voor de luisteraar, de wandelaar in dit geval. Geen stenen gooien, geen oude koeien uit de gracht halen, maar met humor probeer ik dan anekdotes aan elkaar te rijgen om het dorp in een misschien wat ander licht te zetten, dan doorgaans gangbaar is. Deze keer kreeg de kerk van mij een centrale rol. Misschien net omdat zo’n gebouw mensen bij elkaar brengt, hoe dan ook. Van het begin van het leven met de doop, tot de laatste rit tot aan het kerkhof. En alle gebeurtenissen er tussenin. Communie, de grote en de kleine, trouw, kerst en pasen, een concert, een bijzondere vertelling. En laat sommige kerken hun eigen verhaal toch bijzonder worden, als het gaat over de avonturen van de klokken bijvoorbeeld, of een grafsteen van een lang vervlogen heer van het domein of de vrijwillige vrouwenhanden die tijd nog moeite spaarden om de kerk elke week spik en span te krijgen. Een beetje vanuit dat oogpunt kneed ik mijn vertelling.
Een dorpsfiguur passeert natuurlijk ook steeds de revue. In het geheugen van de dorpsbewoners krijgt zo’n dorpsfiguur vaak heel wat meer toegemeten dan oorspronkelijk het geval was. Bijvoorbeeld het huisje waar zo iemand in woonde mocht dan behoorlijk vervallen zijn, maar doorheen de jaren en verhalen liepen steeds meer kippen en varkens door de keuken dan dat de boer ooit had bij elkaar gespaard. Een zelf gemaakt bed van houten palen ging na een paar jaar zelfs nog bloeien, zodat de huisgeit ervan kon knabbelen. En de haan op de mestvaalt kukkelde zo hard, dat hij zelfs eieren begon te leggen. Je snapt het, wanneer de tijd aan de haal gaat met zo’n figuur, moet er iets meer dan een korreltje zout bij genomen worden. Met spek schieten kan natuurlijk ook. Aanjagen, dat is zo’n schoon woord dat ik van mijn ega heb geleerd, die uit de Diepenbeekse contreien komt. En jawel, ook daar kunnen ze iets van overdrijven. Elk dorp of stad heeft zo haar eigen verhalen. Oei, wie weet wat ze later van mij gaan vertellen.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.