Het gebeurt gelukkig niet te vaak, maar af en toe krijg ik een bericht te horen dat iemand uit mijn kennissenkring is overleden. Onmiddellijk krijg ik het beeld van die persoon in mijn gedachten met daarbij de bedenking: wanneer was weer de laatste keer dat ik die persoon heb gezien of gehoord? Zo hoorde ik afgelopen week dat één van de oud-medewerkster van onze bieb in Bilzen was overleden. Sabine Machiels was voor mij in de bieb absoluut een vaste waarde. Vooral omdat we samen heel wat keren een vertelling voor kinderen organiseerden. Zij zorgde voor de zaal, de stoelen, de inschrijvingen en de lekkere koekjes en drank voor de kinderen. Ik zorgde voor de vertelling; in alle gerustheid en met de zekerheid dat alles pico-bello was georganiseerd. Met de brede glimlach ontving ze je in de bieb en de vertelplek. Je voelde je onmiddellijk op je gemak. Dat was echt een aangename manier om de vertelling te geven, met zulke organisatie. Heerlijk. Ook de fijne momenten tijdens de traktatie voor de vele vrijwilligers van het vertelparadijs blijven me bij. Sabine had de Bourgondische overvloed van taarten al gesneden en de koffie of ander drankje mocht erbij besteld worden. Ze legde de vrijwilligers dus stevig in de watten. Eén van de laatste keren waarop ik van haar een mailtje kreeg, was op de vooravond van een prijsuitreiking waarop ze heel graag aanwezig wilde zijn, samen met haar moeder. De vele duimpjes onderaan de mail verraadden dat ze als trotse Bilzerse hoopte dat ik toen de prijs in ontvangst mocht nemen. Volgens mij hebben die duimpjes echt wel geholpen. Met veel plezier denk ik terug aan die fijne periode in onze fijne bieb met die fijne collega. Ik hoop dat er daar boven een heerlijk boekenrek vol hemelse literatuur staat, waar ze nu in alle rust kan genieten van een goed boek. Ik gun het haar van harte.
Ondertussen heb ik mijn klasje van 16 bengels ingeleid in het vijfde leerjaar. Ik had het echt wel gemist, mijn eigen klas, mijn eigen groep. Met het nodige enthousiasme kwetterden ze tegen elkaar in de speelplaatsrij over de voorbije periode, over het thuisblijven, over het elkaar missen, over het eindelijk mekaar weer zien, het eindelijk weer met elkaar mogen spelen. Ik kan ze geen ongelijk geven. Het heeft lang genoeg geduurd, al moet ik hen natuurlijk op het hart drukken, dat de veiligheid nog steeds van groot belang is. Dat ze me moeten helpen als ik mijn mondmasker moet opzetten als ik de klas uitwandel. Ik verzeker je, dat doen ze met verve. Alle ogen staan als adelaars gericht op mij wanneer ik door de klas wandel. De oren zijn gespitst voor nieuwe leeravonturen. En ik mag ze meenemen doorheen hun speurtocht in nieuwe getallen, nieuwe teksten en boeken, nieuwe mensen, andere tijden, verre planeten en eigen toekomstplannen. Wat heb ik er zin in.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.
Ondertussen heb ik mijn klasje van 16 bengels ingeleid in het vijfde leerjaar. Ik had het echt wel gemist, mijn eigen klas, mijn eigen groep. Met het nodige enthousiasme kwetterden ze tegen elkaar in de speelplaatsrij over de voorbije periode, over het thuisblijven, over het elkaar missen, over het eindelijk mekaar weer zien, het eindelijk weer met elkaar mogen spelen. Ik kan ze geen ongelijk geven. Het heeft lang genoeg geduurd, al moet ik hen natuurlijk op het hart drukken, dat de veiligheid nog steeds van groot belang is. Dat ze me moeten helpen als ik mijn mondmasker moet opzetten als ik de klas uitwandel. Ik verzeker je, dat doen ze met verve. Alle ogen staan als adelaars gericht op mij wanneer ik door de klas wandel. De oren zijn gespitst voor nieuwe leeravonturen. En ik mag ze meenemen doorheen hun speurtocht in nieuwe getallen, nieuwe teksten en boeken, nieuwe mensen, andere tijden, verre planeten en eigen toekomstplannen. Wat heb ik er zin in.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.