Ondertussen is ons huis een gezellige plek geworden met sfeerverlichting en versiering. Mijn ega is er een creatieve duizendpoot in, waar ze met weinig veel kan maken. Sommigen noemen dat kunstig, ik noem het kunst. Wat je met licht, kleur en vorm allemaal kan bereiken, daar sta ik, vooral ’s morgens vroeg dan, wanneer ik al beneden ben als ik bijna naar school moet vertrekken, even bij stil. Meestal is het nog stil, geen radio, geen geluid, enkel het zwaar ademen van onze hond, die nog even uitblaast na de wandeling. Als ik m’n ogen even dicht doet, waan ik me in die film van ‘De Sneeuwman’. Er zit een melancholisch melodietje bij de begin- en eindgeneriek. Er wordt niets in gezegd, enkel de muziek en het beeld van de jongen, die met zijn zelf gerolde sneeuwman een reis maakt tot aan de noordpool, de kerstman en het noorderlicht. Even zweef ik mee, over de witbesneeuwde dennenbossen, een bevroren meer, scheerlings langs een rotsige bergwand, doorheen de sluier van het noorderlicht en weer terug naar huis. Mijn hond blaft opgewonden. Ik schrik op uit mijn winterreis. Mijn hond is boos op de vogeltjes in de tuin. Het liefst wil hij ze tussen zijn ontbijt roeren en mee opeten. Dat laat ik echt niet toe. En de vogels ook niet. Ze hebben het al begrepen en fladderen vlug naar de buren. Of nu al op zoek naar een witbesneeuwd dennenbos of bevroren meer. Dat mag ook.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.