Verder arriveerde er op school voor mij een bijzondere doos. Een bestelling bij de muziekwinkel. Een collega lachte toen een paar klasgenootjes de doos naar boven droegen. ‘Laat kerstpakketje?’ grapte ze. ‘Zoiets, ja,’ repliceerde ik. Op deze doos vol creatieve inspiratie was ik al even aan het wachten. Met veel plezier haalde ik er de instrumentjes eruit. Cymbalen, sambaballen, castagnetten,
slagstaafjes, metallofoon, een handtrom. Maar vooral met de boomwhackers was ik heel blij. Het zijn plastieken buizen met een bepaalde toon, nl. die van elke noot uit ons notenschrift. Van de lage do tot de hoge do en daartussen ook nog de kruisen of bemols ertussen om zo een halve toon hoger of lager te spelen. Elk met een eigen kleurtje kan je op een eenvoudige manier een liedje spelen: de melodie of akkoorden. Het zal nog een hele karwei worden voordat het zo ver is. Maar je weet het, best luisteraar, Rome is ook niet op één dag gebouwd. En dat is nu een wereldstad.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.