‘Als ge een schroef kwijt zijt, kunt ge er hier genoeg vinden,’ grapte hij.
Snap je dat elkaar zo tegenkomen op een grijze vrijdagavond lekker inkleurt met broodnodige humor? Zo doen ze dat bij deze stadsradio.
Ondertussen valt er in de bus de nodige reclame om voor de eindejaars- periode zeker de juiste voedingsmiddelen in huis te halen. Je krijgt het ruimste aanbod van recepten met bijbehorende wijnen en mousserende dranken, die je zonder enige twijfel in de zevende hemel zullen brengen. Alsof het kleine engeltjes zijn die op je tong plassen. Zoetgevooisd met dat kleine zuurtje om de zilte zeehapjes door te spoelen. Een smaaksensatie om het einde van het jaar culinair af te ronden of om het nieuwe culinair in te zetten. Tussen dit overaanbod zitten ook brieven met de vraag om nog een keer in je geldbeugel te tasten om de behoeftige medemens extra te ondersteunen. Warmte voor iedereen, heet het. Ze hebben gelijk natuurlijk. Delen vanuit je overvloed is niet zo moeilijk. Delen vanuit schaarste gaat een stapje moeilijker. Het is zo een discussie die met de regelmaat van de klok weer opduikt in scholen. Wat doe je met die verborgen armoede? Laat je kinderen nu wel of niet iets meebrengen voor de feestdagen of een verjaardag? Mag dat één grote verdeeltaart zijn of toch de kleine zakjes met snoepgoed en die, o zo lekkere maar mierzoete likstokken. Of is het toch een nieuw boek voor de klasbieb of een gezelschapsspel voor tijdens het hoekenwerk? Ik opperde een keer dat kinderen zelf een kerstcadeautje zouden maken voor elkaar. Zou dat niet mooi zijn? Je eigen creatieve idee steken in een welgemeend ‘helemaal-voor-jou-alleen-pakje’.
Bij deze ben ik al volop inpakpapier aan het verzamelen en heel veel lint. Dan pak ik mezelf even in voor mijn ega. Een ‘helemaal-voor-haar-alleen-pakje’. Schoon toch? Grapje natuurlijk. Zoveel papier krijg ik niet meer bij elkaar gespaard in die korte tijd.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.