Mijn ega en ik proberen langs de andere kant de vakantie goed in te zetten. Deze keer kregen we een uitnodiging van een paar collega’s die houden van lekker tafelen. Ze hebben op hun bucketlist al heel wat restaurants staan, zelfs met sterren en andere vermeldingen in gerenommeerde lijsten. Je weet wel, met vlagjes en wimpels, gardes en koksmutsen, gouden lepeltjes mogen er van mijn part ook bij. Nu hadden ze in een fijne zaak gereserveerd, een half uurtje rijden van hier. Ik maak natuurlijk geen reclame, maar in de naam brandt een vuurtje. Ik hoor u al, beste luisteraar, onmiddellijk gissen en meermaals missen. Dat mag. Ondertussen leg ik even hun concept uit. Blijkbaar serveren restaurants tijdens de middagen een minder uitgebreid menu, maar met dezelfde hapjes tussenin, aangepaste wijnen indien gewenst en hetzelfde hoge niveau als bij een avondservice. De prijs is merkelijk lager, al is dat natuurlijk relatief, gezien de totaalbeleving van deze middagservice. Het ene smakelijke hapje huppelde voorbij het andere, het ene drankje vloeide en kleefde aan het onberispelijk opgeblonken wijnglas. Met of zonder alcohol, er werd de nodige aandacht gegeven aan het opdienen met net dat tikkeltje extra er telkens bij. Een schijfje plaatselijke aardbei, een lak van appelsap uit de buurt, zelfgebakken spek- en kaasbroodjes en Belgische chocolade met een keurmerk en eerlijk voor alle betrokken partijen. Het geheel rolde als een trein, maar met matige snelheid om voortdurend te blijven genieten. De tafelgesprekken gingen natuurlijk over het voorbije schooljaar, een nakende vakantietrip en vooral over de gezelligheid en de overvloed aan tijd. Die hadden we met z’n allen écht wel gemist. Hier stond de tijd even stil, tot het toch wel tijd werd om alsnog te vertrekken. Opgetogen verrast, zo lekker en voor mij een ster waard. Dat mag ook een gouden vorkje zijn, geen probleem.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.