Gelukkig zit er tussen al dat gecontroleer en geïnspecteer nog een optredentje hier en daar. Dat zorgt bij mij dan weer voor het noodzakelijke evenwicht. Zo mocht ik aanwezig zijn bij de koninklijke harmonie Aurora van Eigenbilzen op de vooravond van hun 145everjaardag. Dat gaat een gigantische taart zijn die binnengereden zal worden. Het uitblazen zal geen probleem zijn voor al de blaasinstrumentalisten. Hun longen zijn meer dan oké getraind. Maar zo lang al, dat is toch geweldig, niet? En jawel, corona heeft er ook ingehakt bij allerlei vrijwillige verenigingen. Het ledenaantal is drastisch naar beneden gegaan. De zin om terug aan te sluiten en zich weer te engageren voor hun vereniging is niet eenvoudig. Je moet mensen weer warm krijgen voor hun fijne groep. Je moet ze weer een doel geven, een podium om op te treden, maar ook een warm publiek dat met veel plezier in de zaal zit te genieten van hun concert met pintje erbij. Dat voelde ik weer die avond. Ik mocht een klein stukje van die bijna aanwezige reuzetaart oppeuzelen. Ik zag een muzikale familie en dat is al een huzarenstukje op zich. Blink de trompetten op, maak de blaasrietjes maar nat. Er wordt gelukkig nog getoeterd en vrolijk geschald in onze contreien. Op naar de volgende 145 jaar.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.