Nog steeds breek ik mijn hoofd over die gigantische ommezwaai van het weren van de pieten in onze contreien. Toch ten minste de volledige zwarte versie van onze grote kindervriend van Myra. Zou dat nu echt een weerslag hebben op het kinderlijke denken om geen racistisch beeld te vormen? Ik steek er mijn hand niet voor in het vuur of dat nu wél of niet is. Je zou het bijna wetenschappelijk moeten onderzoeken wat de impact zou zijn. Maar wie wil daaraan beginnen? Ik heb hier in mijn kast nog steeds een aantal stripverhalen van ons aller Kuifje staan. Die reporter met z’n hondje had in Afrika een behoorlijk vertroebeld beeld van zijn medemensen in dat werelddeel. Hergé had ook geen onbesproken blad op dat gebied, maar tekenen kon hij wel. Dat staat geheel buiten kijf. Ik heb door dat stripverhaal toch niet echt een verkeerd overhellend beeld gevormd. Ook niet met het lezen van Karl May en Winnetou of Robinson Crusoe met zijn eilandgenoot Vrijdag. Zo kan ik nog wel meerdere figuren, zeg maar vervlogen jeugdhelden opnoemen. De ‘hut van Oom Tom’ gaf dan weer tegengewicht en ook het verhaal van ‘Ratje’ van Anne de Vries heeft wel een stevige nadruk achtergelaten. Gaat het niet precies daar om, om het evenwicht te zoeken en niet over te hellen naar de ene of naar de andere kant? Dat lijkt me toch wel verstandiger. Een wedstrijdje wereldbeker winnen, een wedstrijdje wereldbeker verliezen. Het houdt je voetbalvoetjes op de grond.
Ondertussen zit ik op mijn nieuwe bureaustoel. Een stevige, instelbare en ronddraaiend ding, waarop ik ook gitaar kan spelen. Dat kon ik natuurlijk ook wel op de oude, alleen stonden daar de armsteunen in de weg. Nu kan ik deze naar achter draaien en kan ik ongestoord spelen en maak ik geen krassen op het achterblad van de gitaar. Mooi toch. Ik kan er ook achterover mee leunen en kijken naar een filmpje of een mini-concertje op de computer. Evenwicht tussen werk en ontspanning. En dat in diezelfde stoel.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.