Ook op eigen bodem mocht ik afgelopen week een reis door het verleden maken. In de bieb loopt een tentoonstelling ‘Dingen met een verhaal’. Heemkundekring Bilisium en het stadsbestuur hebben de handen in elkaar geslagen om met een aantal voorwerpen een boeiende reis te maken. Ze zijn er wonderwel in geslaagd om met historische Bilzerse objecten de toeschouwer mee te nemen doorheen pakweg vierhonderd jaar eigen geschiedenis. Van de eerste Bilzerse afbeelding van een prominente ambtenaar tot de crème-toet van Guus van Dael. Je merkt het, tussen literatuur en volksvermaak ligt een wereld aan tof materiaal. Ik mocht zelf deel uitmaken van het team omdat ik de verhalen voor de jeugd mocht schrijven. Elk voorwerp vertelt zo haar of zijn eigen verhaal. Het is alsof het voorwerp zelf uitlegt vanwaar het komt, wie het gemaakt heeft, waar het heeft gehangen of gestaan. En zelfs één voorwerp, waarvan niemand weet wat nu precies de betekenis ervan is, heb ik een verhaal mogen verzinnen. Heerlijk toch. Ik ben benieuwd wat mijn bengels van de klas ervan gaan vinden, als we de tentoonstelling gaan bezoeken. Ik ga nog niets zeggen dat ik de verhalen heb ingelezen. Die gezichten wil ik zien. ‘Hé, meester, dat zijt gij.’ Om jongeren geïnteresseerd te krijgen voor erfgoed, denk ik dat er zeker veel inspanningen nodig zijn. De vluchtigheid en de snelheid waarmee jongeren met info moeten omgaan deze tijd, is gigantisch. Elke dag stormen duizend en één dingen op hen af. Kiezen wat belangrijk is, wat tof is om te weten en zo ook wat net ballast is om in hun hoofd te proppen, dat probeer ik wat bij te brengen. Ook met dat erfgoedmateriaal. Want zelfs die crème-toet van Guus van Dael heeft iets te vertellen. Al is het maar, dat samen een lekker ijsje in de zomer eten, overheerlijk is. Ik kijk er al naar uit.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.