Dat hebben mijn ega en ik de laatste dagen ook in de praktijk omgezet, dat bewegen. Het was niet zozeer de sportieve versie ervan, maar wel de beweging van trappen op en neer te gaan om de beenspieren te versterken. Verder nog de armspieroefening door met een rol verf heen en weer te bewegen tegen de plafonds en muren van slaapkamer, dressing, keuken en studeerkamer. De vierkante meters die we hebben geverfd waren behoorlijk en daarmee dan ook het verbruik van calorieën en bewegen is leven. Al kan ik ook de variatie bevestigen, dat bewegen ook beven is, na een ganse dag trappenlopen en verf uitrollen. Ik kreeg nog net, zittend, mijn arm omhoog om een kopje koffie te drinken en een boterham te smeren, maar veel meer activiteit hoefde ik niet te verwachten. Vooral de ochtend erna, was de bevestiging dat deze verf- en beweegactiviteit een pittige work-out benaderde. Ik moest terugdenken aan de eerste turnlessen in september die je weer moest ondergaan, na een zomervakantie van relatieve rust. Vooral als puber had de turnleerkracht een diabolisch genoegen om de jonge tieners het vuur aan de schenen te leggen met dat oorverdovend fluitje en de rondjes die je rond het sportterrein moest lopen. Rondjes lopen… wie verzon het toch maar. De goesting om van sporten mijn hobby te maken, smolt op dat moment als sneeuw voor de late zomerzon. Het is sindsdien nooit meer echt goed gekomen tussen mij en mister sport. Ik kan er wel een liedje over maken, geen probleem. Of een versje. Iets in de zin van: Lopen? Dat is voor mij helemaal naar de knopen.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.