Voila, zeg dat de meester het heeft gezegd.
Dat carnaval niet altijd een groot en uitbundig feest hoeft te zijn, zag ik afgelopen vrijdag bij ons op school. Normaal gezien is er een huppelfeest met kros- en hosmuziek erbij, waarbij de kinderen in gemengde groepen het tegen elkaar opnemen met knettergekke spelletjes. Deze dagboekschrijver is dan deejee van dienst en breit de ene carnavalshit aan de andere polonaise. Maar dit jaar kwam er een ander, tof klasoverschrijdend project. De leerkrachten bedachten elk een workshop rondom carnaval. De kinderen mochten dan inschrijven welke workshop ze wilden volgen. Het ging van maskers schilderen tot feestelijke fruitspiesjes prikken, van buikdansen tot theater spelen. Ikzelf wilde carnaval een keertje op een andere manier laten zien. Geen uitbundige hospartij, maar wel een onderdompeling in muziektheater via de prachtige compositie van Camille Saint-Saëns. Hij componeerde immers het ‘Carnaval der dieren’. Het stuk is meer dan honderd jaar oud, maar het klinkt nog steeds grappig, knap bedacht en zo verfrissend mooi. Gegarandeerd dat u, beste luisteraar, er fragmenten uit herkent, omdat ze vaak gebruikt worden in een film, een documentaire of op één of ander optreden. De meeste van de kinderen uit mijn workshopgroepje gaan niet naar een klassiek concert of naar de muziekschool. Daarom dat deze meester een klein beetje cultureel evenwicht probeert te brengen. En laat dat verrassend genoeg gebeuren op dit carnavalsgebeuren. Op het internet staan prachtige filmpjes met een spelend orkest en daarbij creatieve filmpjes gemonteerd. Zandsculptuur, stop-motion, tekenfilm. Ik koos voor een Mexicaans familieoptreden met een eenvoudige tekenfilm en een getalenteerd klein orkest erbij. De vrolijke dierenstoet marcheerde voorbij: de koning van de dieren, de leeuw voorop, de olifanten erachteraan, de huppelende kangoeroes, de muilezels, een pianist als vreemde eend in de bijt en zelfs het skelet van een dinosaurus rammelde vrolijk mee. Ik zag mijn kinderen volop genieten van de grappige, soms dromerige muziek. Vooral het tellen van hoeveel keer de koekoek nu geroepen had in het bos, vonden ze te gek. Maar de sierlijke zwaan stak bij de meesten toch boven alles uit. De sierlijke lange noten van de cello zweefden door het klaslokaal, recht die kleine oortjes binnen. Het bleek ook het enige stukje van het geheel te zijn, dat Saint-Saëns toeliet om te spelen tijdens zijn leven. De andere delen wilde hij niet meer laten uitvoeren. Maar na zijn dood in 1922 werd het honderden, zo niet duizenden keren weer gespeeld voor groot en klein. Toen ik de muziek terug hoorde, werd ik als het ware weer terug gekatapulteerd naar mijn kindertijd. Eén van de enige lp’s die we hier in huis hadden voor kinderen, was een uitvoering van aan de ene kant van de lp ‘Peter en de wolf’ en aan de andere kant dit ‘Carnaval der dieren’. Die twee muziekstukken pasten wonderwel op de zwarte grote schijf. Mijn kleine carnavalistjes vonden het geslaagd. Geen ‘Daar staat een paard in de gang’, geen ‘’k Wil op mijn kop een bloemetjestapijt’, geen ‘Snollebollekes’ deze keer. Deze carnavalsstoet vonden ze top. De meester boog diep voorover in zijn bijenverkleedjas en gaf deze keer zijn publiek een confetti en slingerapplaus.
Voila, zeg dat de meester het heeft gezegd.
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
De MEESTER
Iedere week leest de meester iets voor vanuit zijn dagboek. Archieven
November 2024
Categorieën |