Ergens halverwege de week dacht ik, en waarschijnlijk heel wat meer mensen, samen met mij: ‘’t Zal toch niet waar zijn zeker. Gaan we terug naar de toestand van een paar maanden geleden? Weer in ons kot blijven? Weer in lock-down?’ Gelukkig zijn de maatregelen niet zo streng geworden, maar toch weer pittig en o zo noodzakelijk, zo blijken de cijfers, die op mijn neus worden gedrukt. Al zou ik geen restaurant of café willen uitbaten op dit moment. Voor hen is het weer miserie troef. Ik hoop dat het na de komende sluitingsmaand echt wel beter gaat. Maar de totale pandemie is de wereld nog niet uit. Het zal nog een paar maanden duren, vermoed ik, voordat er een afdoende remedie tegen gevonden is. Een beetje met een zucht in mijn stem, maar ik wens het u én mezelf toe: een ware gezondheid die onontbeerlijk is om te kunnen functioneren, elke dag opnieuw. Ik dacht er nog aan toen ik op een stil werkmoment in de klas, jawel, die zijn er echt wel, even rondkeek en over deze jonge generatie dacht. Zou dit nu voor hen één van die zware dingen zijn die ze op hun pad zullen tegenkomen? Geen oorlog? Geen ellende en armoede? Mijn generatie heeft het allemaal niet meegemaakt. Mijn overgrootouders dan weer wel. De beide wereldoorlogen, de honger, de moeizame opbouw, de Spaanse griep als pandemie, de economische crisissen. We zijn er jaren lang van gespaard gebleven. Gelukkig maar, ik hou al wat hout is om mij heen vast, zelfs mijn houten hoofd en been als het moet zijn. Je wenst die jonge bende toch al het geluk van de wereld toe in hun verdere loopbaan en levens, niet?
Ik mocht gelukkig afgelopen week nog met Frank Daenen, illustrator van verschillende van mijn boeken, nog een keertje vertellen in een bieb voor kleine veilige kleuterbubbels. Voldoende afstand, een mondmasker en veel handgel hebben we met z’n allen gebruikt om veilig te vertellen en te tekenen. Het was na al die tijd nog een keertje een heerlijk taal- en tekenfeest. We vertelden en zongen vanuit ons gezamenlijk prentenboek. Met tablet en beamer werd er heerlijk op de muur getekend. Al dachten een paar kleintjes dat de biebjuf dat niet zo leuk zou vinden. Zomaar op de muur tekenen? Dat doe je toch niet. Maar met de digitale gom verdween al het tekenwerk van de biebmuur. Tot grote opluchting van de jonge deelnemers. Met diezelfde digitale hocuspocus konden dan weeral de tekeningen naar de school worden verstuurd om ingekleurd te worden. Daar had de vrolijke bende met juf wel oor naar.
Toen één van de kleintjes vroeg of het grote nijlpaard ook een oranje kleurtje mocht krijgen, werd ik opeens instant gelukkig. Er wordt weer kleur gegeven aan de wereld, een beetje onverwacht, dat oranje voor een nijlpaard, maar o zo heerlijk creatief en gedurfd.
‘Natuurlijk mag dat,’ lachte ik. ‘Jouw nijlpaard mag ook een paars kleurtje krijgen.’
‘Het mag zelfs met rood en witte stippen.,’ vulde Frank aan. Met de creativiteit zit het helemaal snor. Het komt helemaal goed.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.
Ik mocht gelukkig afgelopen week nog met Frank Daenen, illustrator van verschillende van mijn boeken, nog een keertje vertellen in een bieb voor kleine veilige kleuterbubbels. Voldoende afstand, een mondmasker en veel handgel hebben we met z’n allen gebruikt om veilig te vertellen en te tekenen. Het was na al die tijd nog een keertje een heerlijk taal- en tekenfeest. We vertelden en zongen vanuit ons gezamenlijk prentenboek. Met tablet en beamer werd er heerlijk op de muur getekend. Al dachten een paar kleintjes dat de biebjuf dat niet zo leuk zou vinden. Zomaar op de muur tekenen? Dat doe je toch niet. Maar met de digitale gom verdween al het tekenwerk van de biebmuur. Tot grote opluchting van de jonge deelnemers. Met diezelfde digitale hocuspocus konden dan weeral de tekeningen naar de school worden verstuurd om ingekleurd te worden. Daar had de vrolijke bende met juf wel oor naar.
Toen één van de kleintjes vroeg of het grote nijlpaard ook een oranje kleurtje mocht krijgen, werd ik opeens instant gelukkig. Er wordt weer kleur gegeven aan de wereld, een beetje onverwacht, dat oranje voor een nijlpaard, maar o zo heerlijk creatief en gedurfd.
‘Natuurlijk mag dat,’ lachte ik. ‘Jouw nijlpaard mag ook een paars kleurtje krijgen.’
‘Het mag zelfs met rood en witte stippen.,’ vulde Frank aan. Met de creativiteit zit het helemaal snor. Het komt helemaal goed.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.