Onze gezondheidszorg behoort bij de beste van de wereld. Topdokters, toplocaties, topafstanden, topverzorgers, zeker als je gaat vergelijken met andere plaatsen in de wereld. Ik heb ziekenhuizen in derdewereldlanden gezien. Echt, je wilt er voor geen goud van de wereld terecht komen. Al is dit voor de plaatselijke bevolking een gigantische stap voorwaarts in hun verzorging en behandeling. Ze hebben er uren wandelen voor over, ze zijn al zo tevreden met een gediplomeerde dokter die hen bekijken wil en een behandeling voorschrijft of uitvoert, ondanks de beperkte middelen. Ik geef het toe, de wachttijden bij spoed kunnen aardig oplopen en de frustratie hoog doen oplaaien. Maar je mag er zeker van zijn, dat er op een bepaald moment voor jou gezorgd zal worden. Een afspraak maken is beter, uiteraard. Dat had ik afgelopen week gedaan, met één van mijn familieleden. De wekker liep al af om iets voor zes, om zeker op tijd te zijn voor de afspraak in het ziekenhuis om half acht ’s ochtends. Uit de veren, ontbijt, ophalen van de patiënt en zo naar de pijnkliniek voor een behandeling. Die bleek kort te zijn, maar er hoorde een rustperiode bij van een paar uur. Maar het viel me enorm op, hoe vriendelijk er werd omgegaan met de patiënten. Jawel, het beeld dat op tv wordt meegegeven dat er tijd wordt genomen, een praatje wordt gemaakt, gevraagd wordt of je een kopje koffie of water wenst, dat klopte op deze plek helemaal. Hier werd je gerustgesteld om de toch wat mysterieuze behandeling rustig tegemoet te gaan. Het prikje voor het infuus werd door de verpleegster vakkundig en vlot uitgevoerd. Geen pijn, geen vervelende nevenwerking, geen gedoe. Kordaat en krachtig, zoals de tweede verpleegster het bed omhoog pompte en met een vrolijke noot de kamer uitreed. ‘Geen paniek, ik heb mijn rijbewijs B,’ lachte ze. Daar rolden ze voor een twintigtal minuten door de hal, de prikzaal in, even later weer uit, zo weer naar de mini-wachtruimte. De tv mocht aan, de koffie werd ingeschonken en de rust keerde weer. Al bleef de gemoedelijke drukte in de gang hangen. Je hoorde zelfs een lach aan de overkant. Dit was, ondanks de vervelende ingreep, een gemoedelijke plaats. Ik was blij voor mijn patiënt van die ochtend. Rond de middag waren we weer terug thuis. Vlot, veilig en met veel hoop voor een goed gevolg van de behandeling. Het dilemma bleef nog even nazinderen. Geen fijne plek om te zijn, een noodzakelijke plek om dankbaar voor te zijn. Maar bovenal blij dat ik, die dag, enkel de chauffeur van dienst was.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.