Mijn overgrootvader maakte haast dagelijks een wandeling door Bilzen. De grote ronde bij mooi weer en de kleine ronde bij regenweer. Langzaamaan zag hij minder goed, maar zijn gehoor was des te beter. Als we hem tegenkwamen op straat en al van ver riepen ‘Hé, bompa van het straatje!’ glimlachte hij en zei al onze namen. En ergens in zijn binnenzak zat altijd wel één of ander karamelleke. Natuurlijk kwam je bompa graag tegen, wat had je gedacht.
Nu hebben ze allebei een plekje gekregen in dat herinneringsmonument. Elk een eigen steentje met hun naam erop. Het fijne is, dat ik met een gedicht dit kunstwerk mag mee kleuren. En opeens bedenk ik: ‘Hé, ik lig ook op het kerkhof, maar gelukkig kan ik het nog zelf vertellen.’
Voilà, zeg dat de meester het gezegd heeft.