Op verschillende plaatsen in ons land worden zomerscholen ingericht. Dat gebeurt eigenlijk wel al langer dan enkel dit jaar, maar nu wordt er extra aandacht aan gegeven, omwille van de eventuele achterstand die de kinderen hebben opgelopen, de laatste periode van het voorbije schooljaar. Het zal nog moeten blijken hoe groot de gaten of gaatjes zijn als we in september terug gaan starten. Maar dat zijn een paar mouwen voor binnenkort. Gelukkig is de grote kleermaker, met andere woorden, de minister van onderwijs, op het fijne idee gekomen om extra zomerscholen in te richten. Jawel, ook bij ons op school in Bilzen centrum liepen de voorbije week een dertigtal kinderen rond in de pittig opgewarmde lokalen en gangen. Onder de deskundige begeleiding van vooral jonge, enthousiaste leerkrachten kregen de leerlingen in de voormiddag herhalingsopdrachten van hun eigen leerstof. In de namiddag mocht het dan wat rustiger aan, wat betreft de leerstof althans, maar zeker niet minder actief. Ik zag de springtouwen, waterballonnen, kegeltjes en buitenspelen in de boxen klaarliggen. Vooral de tuinslang en waterkanonnen waren tijdens de warme dagen hét favoriete speeltuig bij uitstek. Afkoeling voor de opgewarmde hersencelletjes. Dat was wel nodig. Voor de weekafsluiter hadden ze gevraagd of ik wilde komen vertellen. Met veel plezier heb ik die opdracht aangenomen. Het is echt al maandenlang windstil op de culturele zee en een klein briesje in de vorm van een enkele lezing is meer dan welkom. Voor iedere culturele deelgenoot trouwens. Daar stond ik, onder het afdak van de speelplaats met voor mij de zomerbende. Het schoot door mijn hoofd om zeker een fijn evenwicht te vinden tussen plezier in lezen en het meegeven van taalprikkels, tussen mee swingen op een lekker liedje en fijne humor in de tekst. Ik dacht terug aan mijn eigen meester van het eerste leerjaar. Meester Thans, als ik mij niet vergis. Toen sprak je een leerkracht nog niet aan met de voornaam. Dat was niet voornaam genoeg. Respect en de nodige afstand werden er toen bewaard. Een klas van dertig kinderen was toen nog heel gewoon en doenbaar. Tja, met ijzeren discipline kan je dit handhaven, al gaat er dan heel wat eigenheid en creativiteit verloren, vind ik. Maar dat is een andere discussie. Maar als de meester begon te vertellen over de pet van Rik die wegwaaide, of over zus met een neus op tijdens het carnaval, dan hing iedereen aan zijn lippen. Muisstil was het dan. Dat was het sowieso altijd, maar dan hing er een fijne stilte in het klaslokaal. Dat is me steeds bijgebleven. De kracht van verhalen vertellen, ondergedompeld worden in de fantasie van een vertelling. Natuurlijk omschrijf je dat niet op die manier als kind, maar als je geluk had, maakte je het wel mee.
Tegenwoordig is het een stevig opboksen tegen het tempo van onze beeldwereld. Dat is in mijn ogen gigantisch en een ware tsunami op internet, social media en op tv. Waar zijn de fijne hoorspelen naar toe, waar zijn de lp’s met ingesproken sprookjes? Waar zijn Carolientje en kapitein Snorrebaard, Jacobus en Corneel, Mik Man en Mon? Heerlijke en eerlijke kindertv met een verhaal en veel tijd erin. Hier en daar duikt er gelukkig nog wat fijn materiaal op, maar het blijft toch zoeken naar pareltjes.
Toen ik aan het einde van mijn vertelling van één van de kinderen een dikke duim kreeg met een brede smile erbij, was ik echt wel blij. Vertellen blijft werken, ook op een zwoele zomernamiddag tijdens de zomerschool. Dat zit alvast snor.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.
Tegenwoordig is het een stevig opboksen tegen het tempo van onze beeldwereld. Dat is in mijn ogen gigantisch en een ware tsunami op internet, social media en op tv. Waar zijn de fijne hoorspelen naar toe, waar zijn de lp’s met ingesproken sprookjes? Waar zijn Carolientje en kapitein Snorrebaard, Jacobus en Corneel, Mik Man en Mon? Heerlijke en eerlijke kindertv met een verhaal en veel tijd erin. Hier en daar duikt er gelukkig nog wat fijn materiaal op, maar het blijft toch zoeken naar pareltjes.
Toen ik aan het einde van mijn vertelling van één van de kinderen een dikke duim kreeg met een brede smile erbij, was ik echt wel blij. Vertellen blijft werken, ook op een zwoele zomernamiddag tijdens de zomerschool. Dat zit alvast snor.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.