Je voelt langzaam aan de onrust tussen de studenten weer opdoemen. De komende examens hangen in de lucht. Schema’s worden opgemaakt, herschreven en opnieuw uitgeprint. De cursussen worden geordend en op stapeltjes gelegd. Links op het bureau wat nog moet verwerkt worden, rechts het geleerde pakketje. Zo herinner ik het me toch van vroeger, bij mij aan het bureau. Ik probeerde zo ordelijk mogelijk rondom mij te organiseren. Een zo goed als leeg bureau, met de zonet beschreven stapels, een cursusblok om te noteren en een kop koffie. Ik weet niet meer zeker of er nog een asbak bij stond. Ik denk van wel. Tabak en vloeiblaadjes, waar ik nu gelukkig van af ben, dat kon deze student van zijn wekelijks budget nog veroorloven. Tot de laatste gruimel werd er uitgeschud uit het pakje. Nee, aan verkwisting werd niet gedaan. Daar waren die centjes veel te waardevol voor. Ik wist dat er thuis nog een hele reeks studerenden na mij gingen volgen en er moest met één inkomen toegekomen worden. Maar wonderwel toverde mijn moeke hiermee. Geen idee hoe ze het deed, maar we kwamen niets te kort, het voelde zelfs aan als overvloed. Op de tafel hier stonden steeds twee soorten groenten, vlees voor iedereen, een berg aardappelen en zelfs vaak een potje pudding achteraf. Limonade was voor het weekend of voor een feest, snoepjes mee naar school gebeurde niet zo vaak en maakte ons dus niet suikerverslaafd of hieperdewiep in de klas. Dat is tegenwoordig andere koek, maar dat weet u, beste luisteraar, natuurlijk ook wel. Volgens mij heeft de voedselindustrie zich niet zozeer toegelegd op gezond, maar eerder op: hoe kan ik mijn consument binden aan mijn product, afhankelijk maken dus. Hoe kan je dat beter doen dan met een behoorlijke portie suiker. Zelfs al in babykoekjes vind je dit zoete goedje terug, terwijl het absoluut overbodig is. Ik zie kinderen in het oerwoud of in een woestijngebied niet met een lange lip zitten te knoeien met hun eten, omdat het te weinig zoet zou zijn. Die lange lip hangt hier, in het verwende westen.
Tijdens onze studeerperiode maakte moeke het hier in huis stil. Geen muziek, geen lawaai, geen gerommel en gestommel. Het was een huis vol rust, een oase voor een zo ideaal mogelijke studeerplek. Af en toe klopte ze eens op de deur om een vers kopje koffie te brengen en daar mocht dan een speculaasje of zelfgebakken wafel bij. Wat deed dat onvoorstelbaar goed. Ik herinner het me als de dag van gisteren. Wanneer je studeerschema na verloop van tijd iets te optimistisch ingevuld bleek, en dat linker stapeltje in te studeren leerstof maar niet leek te verminderen, deed een zelfgebakken wafel wonderen. Natuurlijk ook de lieve, opbeurende woorden van: ‘Hou vol, het komt goed. Je kan het wel.’ Dat waren als het ware de slagroom op die wafel en het chocoladen laagje rond die speculaas. Mijn moeke kende die zoete wonderen. Ik wens ze het alle startende studenten toe in deze laatste schoolmaanden.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.
Tijdens onze studeerperiode maakte moeke het hier in huis stil. Geen muziek, geen lawaai, geen gerommel en gestommel. Het was een huis vol rust, een oase voor een zo ideaal mogelijke studeerplek. Af en toe klopte ze eens op de deur om een vers kopje koffie te brengen en daar mocht dan een speculaasje of zelfgebakken wafel bij. Wat deed dat onvoorstelbaar goed. Ik herinner het me als de dag van gisteren. Wanneer je studeerschema na verloop van tijd iets te optimistisch ingevuld bleek, en dat linker stapeltje in te studeren leerstof maar niet leek te verminderen, deed een zelfgebakken wafel wonderen. Natuurlijk ook de lieve, opbeurende woorden van: ‘Hou vol, het komt goed. Je kan het wel.’ Dat waren als het ware de slagroom op die wafel en het chocoladen laagje rond die speculaas. Mijn moeke kende die zoete wonderen. Ik wens ze het alle startende studenten toe in deze laatste schoolmaanden.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.