In Vlaanderen geldt er vooreerst een Jachtdecreet dat de wildsoorten indeelt in 4 categorieën. We hebben de categorie van het “grof wild” waartoe bijvoorbeeld een ree en een wild zwijn behoren. Daarnaast is er het “klein wild”, met bijvoorbeeld de fazant of haas. Verder is er het “waterwild” met onder andere de wilde eend en de kievit. En tot slot is er nog het “overig wild”, waaronder konijnen, vossen, de steenmarter en de wezel. Het Jachtopeningsbesluit zal bepalen voor welke dieren de jacht wordt geopend, maar toch blijft voor bepaalde dieren de jacht gesloten. Zo bijvoorbeeld is een wild zwijn een bejaagbare wildsoort, terwijl er geen jacht mogelijk is op een steenmarter.
Zoals de naam al doet vermoeden, bepaalt het Jachtopeningsbesluit ook wanneer de jacht effectief geopend is op de bejaagbare dieren. Het hangt af van de wildsoort wanneer er al dan niet jacht mogelijk is. Zo bijvoorbeeld kan er op partrijzen slechts gejaagd worden in een bepaalde periode tussen september en november van elk jaar.
Om effectief te mogen jagen met een vuurwapen, moet u beschikken over een “jachtverlof” of een “jachtvergunning”, die variëren in geldigheidsduur. U kan deze maar aanvragen als u vooreerst geslaagd bent op het jachtexamen dat éénmaal per jaar wordt georganiseerd. Zo’n jachtexamen bestaat uit zowel theoretische als praktische proeven. Zo bijvoorbeeld moeten theoretische meerkeuzevragen beantwoord worden over de wetgeving en fauna, alsook moeten er schietvaardigheidsproeven worden afgelegd.
En zelfs al mag u wettelijk gezien jagen, dan nog mag u niet eender waar op wild gaan jagen. Meer informatie omtrent de jacht kan u terugvinden op de website www.natuurenbos.be.