Iedereen is gerechtigd op maatschappelijke integratie, voor zover u in België verblijft. In principe moet u ook de Belgische nationaliteit bezitten, maar EU-onderdanen, ingeschreven vreemdelingen, staatlozen en erkende vluchtelingen komen tevens in aanmerking om geholpen te worden. Om aanspraak te kunnen maken op hulp, dient u wel “behoeftig” te zijn. U moet dus over onvoldoende bestaansmiddelen beschikken en evenmin in staat zijn er te verwerven.
Het systeem van maatschappelijke integratie bestaat uit drie onderdelen: met name kan er beroep gedaan worden op een tewerkstelling, een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie, en/of een leefloon. De tewerkstelling geeft recht op het uitoefenen van een volwaardige job via een arbeidsovereenkomst. Via het geïndividualiseerd project sluit men met het OCMW een integratiecontract af, dat op termijn moet leiden tot zelfredzaamheid en indien mogelijk een arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld via een vormingstraject).
Het leefloon ten slotte garandeert een minimuminkomen per maand. Voor de berekening van het leefloon wordt er rekening gehouden met de samenstelling van het gezin. Zo zal een alleenstaande meer leefloon kunnen ontvangen dan twee personen die de huishoudelijke kosten delen. Wanneer men een kind ten laste heeft, zal men dan weer meer leefloon ontvangen dan een alleenstaande. Daarnaast wordt er ook rekening gehouden met het eventuele beperkte inkomen dat reeds voorhanden is, zodat er een gedeeltelijk leefloon kan worden uitgekeerd.
Indien u hulp nodig heeft, kan u zich mondeling of schriftelijk richten tot het OCMW van de gemeente waar u verblijft. Vervolgens zal het OCMW via een sociaal onderzoek nagaan of u aan de voorwaarden voldoet teneinde te genieten van de maatschappelijke integratie.