In het Belgische aansprakelijkheidsrecht geldt als algemeen principe dat u de schade die u door uw fout veroorzaakt aan een ander dient te vergoeden, wanneer die schade het gevolg is van de fout. Wanneer u als werknemer of werkgever actief bent, zijn er enkele belangrijke nuances op die algemene regel.
Zo heeft de wet op de arbeidsovereenkomsten een beperkte immuniteit ingevoerd voor werknemers. Artikel 18 van die wet bepaalt immers dat een werknemer voor schade berokkend aan zijn werkgever of aan derden tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, énkel aansprakelijk is in drie beperkte gevallen, met name zware schuld, bedrog en gewoonlijk voorkomende lichte schuld. In alle andere gevallen gaat de werknemer vrijuit en kan hij niet aangesproken worden voor de veroorzaakte schade. Zo bijvoorbeeld zal een kassierster in principe niet aansprakelijk zijn voor een kastekort, tenzij dit reeds verschillende malen is voorgekomen of zij de gelden opzettelijk heeft achtergehouden. Zo ook zal een vrachtwagenchauffeur aansprakelijk gesteld kunnen worden voor het veroorzaken van een verkeersongeval door het negeren van de rode verkeerslichten, gezien dit in principe neerkomt op een zware fout.
Waar de werknemer vrijuit gaat voor schade veroorzaakt tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst die niet te wijten is aan zware schuld, bedrog of gewoonlijk voorkomende lichte schuld, zal de werkgever daarentegen wél aansprakelijk gesteld kunnen worden. De werkgever is namelijk steeds aansprakelijk voor fouten begaan door zijn werknemers in de uitoefening van hun functie. Deze aansprakelijkheid kan de werkgever nooit ontlopen, ook al heeft hij persoonlijk geen enkele fout begaan. Zo bijvoorbeeld kan een klant de werkgever van een kelner aansprakelijk stellen voor vergoeding van opgelopen schade, ook al was het de fout van de kelner dat de klant een kan hete koffie over zich heen kreeg.
De werkgever kan dan ook steeds aangesproken worden voor schadevergoedingen ten gevolge van de fouten van zijn werknemers. De betaalde gelden kan de werkgever daarenboven enkel terugvorderen van de werknemer die de fout beging, indien die fout neerkwam op zware schuld, bedrog of gewoonlijk voorkomende lichte schuld.
De boetes opgelopen wegens verkeersovertredingen zal de werknemer in principe wel zelf moeten betalen. Zo kan een werknemer zich bijvoorbeeld niet verschuilen achter de werkdruk opgelegd door zijn werkgever om een boete voor een snelheidsovertreding niet te moeten voldoen.
Zo heeft de wet op de arbeidsovereenkomsten een beperkte immuniteit ingevoerd voor werknemers. Artikel 18 van die wet bepaalt immers dat een werknemer voor schade berokkend aan zijn werkgever of aan derden tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, énkel aansprakelijk is in drie beperkte gevallen, met name zware schuld, bedrog en gewoonlijk voorkomende lichte schuld. In alle andere gevallen gaat de werknemer vrijuit en kan hij niet aangesproken worden voor de veroorzaakte schade. Zo bijvoorbeeld zal een kassierster in principe niet aansprakelijk zijn voor een kastekort, tenzij dit reeds verschillende malen is voorgekomen of zij de gelden opzettelijk heeft achtergehouden. Zo ook zal een vrachtwagenchauffeur aansprakelijk gesteld kunnen worden voor het veroorzaken van een verkeersongeval door het negeren van de rode verkeerslichten, gezien dit in principe neerkomt op een zware fout.
Waar de werknemer vrijuit gaat voor schade veroorzaakt tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst die niet te wijten is aan zware schuld, bedrog of gewoonlijk voorkomende lichte schuld, zal de werkgever daarentegen wél aansprakelijk gesteld kunnen worden. De werkgever is namelijk steeds aansprakelijk voor fouten begaan door zijn werknemers in de uitoefening van hun functie. Deze aansprakelijkheid kan de werkgever nooit ontlopen, ook al heeft hij persoonlijk geen enkele fout begaan. Zo bijvoorbeeld kan een klant de werkgever van een kelner aansprakelijk stellen voor vergoeding van opgelopen schade, ook al was het de fout van de kelner dat de klant een kan hete koffie over zich heen kreeg.
De werkgever kan dan ook steeds aangesproken worden voor schadevergoedingen ten gevolge van de fouten van zijn werknemers. De betaalde gelden kan de werkgever daarenboven enkel terugvorderen van de werknemer die de fout beging, indien die fout neerkwam op zware schuld, bedrog of gewoonlijk voorkomende lichte schuld.
De boetes opgelopen wegens verkeersovertredingen zal de werknemer in principe wel zelf moeten betalen. Zo kan een werknemer zich bijvoorbeeld niet verschuilen achter de werkdruk opgelegd door zijn werkgever om een boete voor een snelheidsovertreding niet te moeten voldoen.
RSS Feed
