Naast de rechtbanken die we reeds besproken hebben, bestaan er ook een aantal “hoven”. In België bestaat er in principe de mogelijkheid om in beroep te gaan, indien u niet akkoord bent met het vonnis dat door de eerste rechter is uitgesproken.
Als u in beroep wenst te gaan tegen een vonnis van de arbeidsrechtbank, zal u terechtkomen in het arbeidshof. Het hof van beroep zal dan weer kennis nemen van beroepen tegen een vonnis van de rechtbank van koophandel dan wel de verschillende afdelingen van de rechtbank van eerste aanleg.
Ook tegen een vonnis van de politierechter of een vonnis van de vrederechter kan men in principe in beroep gaan. Dit zal dan niet behandeld worden door een hof van beroep, maar door een afdeling binnen de rechtbank van eerste aanleg.
Als u in beroep gaat, zal uw zaak helemaal opnieuw behandeld kunnen worden, met eventueel kans op een beter resultaat. Nadien is uw zaak definitief beoordeeld, tenzij u eventueel nog cassatieberoep zou kunnen aantekenen, waardoor u terecht komt bij het Hof van Cassatie.
Het Hof van Cassatie is in feite een vreemde eend in de bijt, nu dit Hof slechts oog zal hebben voor schendingen van de wet of vormgebreken. Als zulke schending of gebrek wordt vastgesteld, zal het Hof van Cassatie uw zaak verzenden naar een andere rechter die uw zaak vervolgens opnieuw zal bekijken.
Naast de genoemde hoven en rechtbanken, bestaan er evenwel nog tal van andere rechtscolleges; denk maar aan de Raad van State, de Raad voor Vergunningsbetwistingen, het Grondwettelijk Hof enz.
Opgemerkt kan ook worden dat in zeer dringende gevallen de voorzitters van de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank of de rechtbank van koophandel een voorlopige regeling kunnen opleggen.