Het Vlaams Woninghuurdecreet is van toepassing op alle woninghuurovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2019. In een vorige aflevering bespraken we reeds welke impact dit decreet heeft bij de tehuurstelling van een pand. Verder legt het Vlaamse Woninghuurdecreet een aantal bepalingen vast omtrent de inhoud van de huurovereenkomsten.
Een van de belangrijkste elementen van de huurovereenkomst betreft de huurprijs en de huurlasten. De huurprijs wordt in principe vrij overeengekomen tussen de huurder en de verhuurder. Daarnaast worden de huurder vaak een aantal kosten en lasten aangerekend, maar het decreet voorziet daarvoor in enkele strikte regels. In principe kunnen de huurder enkel vergoedingen worden aangerekend die te maken hebben met het gebruik van het huurpand en dus o.a. niet met de eigendom van het pand. Zo moet de onroerende voorheffing bijvoorbeeld steeds door de verhuurder betaald worden. Ook als de verhuurder bij de verhuring bijvoorbeeld een beroep doet op een vastgoedmakelaar, moet hij deze kosten zelf betalen. Daarentegen dient de huurder de kosten te dragen van bijvoorbeeld het verbruik van water, gas, elektriciteit en schoonmaak van de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw. Bepaalde kosten worden verdeeld tussen de huurder en de verhuurder, zoals het periodiek onderhoud van een lift en syndicuskosten. De partijen kunnen ervoor kiezen de kosten en lasten forfaitair vast te leggen (bijvoorbeeld 75 euro per maand), dan wel de werkelijke kosten en lasten af te rekenen. Alleszins mag de huurder altijd bewijsstukken of inzage daarin vragen ter verantwoording van de kosten en lasten.
Wanneer in het huurcontract een huurwaarborg wordt vastgelegd, mag deze maximaal drie maanden huur bedragen volgens het Woninghuurdecreet. De huurder mag zelf bepalen hoe hij de waarborg voldoet en kan daarbij kiezen tussen verschillende opties. Ofwel stort de huurder de waarborg op een geblokkeerde bankrekening op zijn naam, ofwel wordt gewerkt met een zakelijke zekerheidsstelling (bvb. een obligatie) bij een financiële instelling op zijn naam, ofwel wordt een bankwaarborg verleend met tussenkomst van het OCMW. Het betalen van een huurwaarborg in cash is niet toegelaten. Als de verhuurder akkoord gaat kan de waarborg ook via een persoonlijke borgstelling voldaan worden. De overheid biedt ook een renteloze huurwaarborglening aan via het Vlaams Woningfonds, voor huurders met financiële moeilijkheden.
Een van de belangrijkste elementen van de huurovereenkomst betreft de huurprijs en de huurlasten. De huurprijs wordt in principe vrij overeengekomen tussen de huurder en de verhuurder. Daarnaast worden de huurder vaak een aantal kosten en lasten aangerekend, maar het decreet voorziet daarvoor in enkele strikte regels. In principe kunnen de huurder enkel vergoedingen worden aangerekend die te maken hebben met het gebruik van het huurpand en dus o.a. niet met de eigendom van het pand. Zo moet de onroerende voorheffing bijvoorbeeld steeds door de verhuurder betaald worden. Ook als de verhuurder bij de verhuring bijvoorbeeld een beroep doet op een vastgoedmakelaar, moet hij deze kosten zelf betalen. Daarentegen dient de huurder de kosten te dragen van bijvoorbeeld het verbruik van water, gas, elektriciteit en schoonmaak van de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw. Bepaalde kosten worden verdeeld tussen de huurder en de verhuurder, zoals het periodiek onderhoud van een lift en syndicuskosten. De partijen kunnen ervoor kiezen de kosten en lasten forfaitair vast te leggen (bijvoorbeeld 75 euro per maand), dan wel de werkelijke kosten en lasten af te rekenen. Alleszins mag de huurder altijd bewijsstukken of inzage daarin vragen ter verantwoording van de kosten en lasten.
Wanneer in het huurcontract een huurwaarborg wordt vastgelegd, mag deze maximaal drie maanden huur bedragen volgens het Woninghuurdecreet. De huurder mag zelf bepalen hoe hij de waarborg voldoet en kan daarbij kiezen tussen verschillende opties. Ofwel stort de huurder de waarborg op een geblokkeerde bankrekening op zijn naam, ofwel wordt gewerkt met een zakelijke zekerheidsstelling (bvb. een obligatie) bij een financiële instelling op zijn naam, ofwel wordt een bankwaarborg verleend met tussenkomst van het OCMW. Het betalen van een huurwaarborg in cash is niet toegelaten. Als de verhuurder akkoord gaat kan de waarborg ook via een persoonlijke borgstelling voldaan worden. De overheid biedt ook een renteloze huurwaarborglening aan via het Vlaams Woningfonds, voor huurders met financiële moeilijkheden.
RSS Feed
