Zo zal de zwangere werkneemster recht hebben op afwezigheid, bijvoorbeeld voor het ondergaan van een onderzoek dat niet mogelijk is buiten de werkuren. Ook gelden er beschermingsmaatregelen met oog op de veiligheid en gezondheid van de zwangere werkneemster. Op die manier kunnen bijvoorbeeld de werktijden, arbeidsomstandigheden; of werkplek aangepast worden, of kan de werkneemster zelfs gevraagd worden voorlopig niet te komen werken.
Verder is er een periode van moederschapsrust door de wetgever ingevoerd. Deze bestaat uit een gedeelte verlof vóór de bevalling (het zogenaamde prenataal verlof) en een verlofgedeelte na de bevalling (zijnde het postnataal verlof). In principe is er een prenataal verlof van 6 weken en een postnataal verlof van 9 weken. Van de 6 weken prenataal verlof is er slechts 1 week verplichte rust. De overige 5 weken mogen naar de keuze van de werkneemster opgenomen worden voor of na de bevalling. Enkel de 7 dagen vooraf aan de geplande bevallingsdatum moet de aanstaande mama verplicht thuis blijven en mag zij niet uit werken, ook al zou zij dit willen. De wettelijk voorziene 9 weken postnatale rust zijn tevens verplicht op te nemen. Daarvan mag men geenszins afwijken.
Ook de fiere papa van de pasgeborene heeft als werknemer recht op verlof. Het geboorteverlof is wel beperkter in de tijd, met name 10 werkdagen. Deze dagen zijn op te nemen binnen de 4 maanden vanaf de bevalling en worden vergoed. De eerste 3 dagen zal u uw normaal loon ontvangen van uw werkgever, de volgende 7 dagen zal u een uitkering ontvangen via uw mutualiteit na aanvraag daartoe.
Verder geldt er voor de zwangere werkneemster en de trotse ouders-werknemers een tijdelijke ontslagbescherming. Als werkgever zal u deze werknemers een vergoeding verschuldigd zijn indien u hen toch zou ontslaan om redenen die verband houden met de zwangerschap of bevalling.