Het belangrijkste verschil tussen een lening en een kredietopening heeft te maken met het moment waarop de gelden ter beschikking worden gesteld. Bij een lening zal u de volledige som meteen ontvangen. Vervolgens zal u het geleende bedrag op overeengekomen tijdstippen in stukken moeten terugbetalen. Bij een kredietopening daarentegen, krijgt u een soort kredietlijn. Daarbij kan u gedurende een bepaalde tijd of zelfs gedurende onbepaalde tijd over een zeker bedrag beschikken. Eens u iets opneemt, dient u het terug te betalen op de afgesproken tijdstippen. Maar bij een kredietopening kan u ontleende bedragen zo vaak terug opnemen als u wil, zolang u binnen het totaalbedrag blijft. U kan dus sommen opnemen, deze gedeeltelijk aflossen, om ze vervolgens opnieuw op te nemen. Zo’n kredietopening kan bijvoorbeeld interessant zijn wanneer er renovatiewerken aan de woning moeten gebeuren, waarvan de kostprijs niet gekend is aan het begin van de rit.
Zowel bij een lening als bij een kredietopening, zal u gehouden zijn de ontleende bedragen terug te betalen. Aan het feit dat u in stukken mag terugbetalen, hangt een zekere kostprijs vast. Die kostprijs uit zich in de zogenaamde “intrest” die u zal moeten betalen, bovenop de terugbetaling van het kapitaal. Een intrest, ook wel rente genoemd, kan vast of variabel zijn. Wanneer de rentevoet vast is, zal u eenzelfde rente moeten betalen tijdens de gehele looptijd van het krediet. Zo’n vaste rentevoet is natuurlijk interessant wanneer de algemene rentevoeten laag staan, zoals actueel nog steeds het geval is. Wordt er daarentegen een variabele rentevoet overeengekomen bij het afsluiten van het krediet, dan zal de rentevoet kunnen dalen of stijgen afhankelijk van de schommelingen van de algemeen geldende rentevoet. Het is dus taak om rentevoeten met elkaar te vergelijken en daarover te onderhandelen op het moment dat u gelden wil ontlenen.