Op het bodemattest zal vermeld worden of de grond al dan niet is opgenomen in het grondeninformatieregister. Wanneer een gemeente een grond als risicogrond heeft gekwalificeerd, zal dit bekend zijn bij de OVAM en vermeld worden op het bodemattest. Indien er ooit activiteiten met een mogelijke impact op de bodemkwaliteit hebben plaatsgevonden op de bewuste grond, zal deze als risicogrond worden aangeduid. U kan daarbij denken aan een tankstation of een drukkerij die ooit uitgebaat werd op het terrein.
Als er sprake is van een risicogrond op het bodemattest, zal er steeds een oriënterend bodemonderzoek worden uitgevoerd. Er zal dan een bodemsaneringsdeskundige ter plaatse moeten komen die een eerste onderzoek zal voeren door het nemen van stalen. Als er verontreiniging blijkt, zal een beschrijvend bodemonderzoek nodig zijn, waarmee alles in kaart wordt gebracht en wordt nagegaan of sanering van de grond noodzakelijk is. Indien sanering nodig is, zal nagegaan worden welke methode het beste is om de grond opnieuw gezond te maken.
Wanneer er geen gegevens beschikbaar zijn over de grond, zal dit worden vermeld op het bodemattest. Deze vermelding houdt evenwel niet de garantie in dat de bodem proper is. De bodem kan dus nog steeds vervuild zijn, zonder dat hiervan gegevens bekend zijn bij de OVAM. Enkel een bodemonderzoek zal dan kunnen uitwijzen of de grond werkelijk niet vervuild is.
De Vlaamse Overheid heeft een website ter beschikking gesteld, waarmee u kan nagaan of uw grond al dan niet gekwalificeerd is als risicogrond. Als er sprake is van een risicogrond, geeft OVAM weer welke stappen u kan ondernemen. In bepaalde gevallen kan de overheid ook tussenkomen in de saneringskosten. Deze site kan u terugvinden via www.degrotegrondvraag.be.