Vooreerst moet de dood officieel worden vastgesteld door een arts. Er wordt dan een attest van overlijden opgesteld dat vervolgens moet worden meegedeeld aan de burgerlijke stand van de gemeente waarin de persoon overleden is. Wanneer u beroep doet op een begrafenisondernemer, zal deze die administratieve taak van u kunnen overnemen.
Via een begrafenisondernemer kan u vervolgens de uitvaart regelen, waarbij u rekening dient te houden met de eventuele wensen van de overledene. De overledene kan bijvoorbeeld zelf al zijn uitvaart hebben voorbereid of bepaalde instructies daartoe hebben achtergelaten.
Verder dienen er verschillende instanties op de hoogte te worden gebracht van het overlijden. Denk bijvoorbeeld aan de werkgever van de overledene en zijn of haar ziekenfonds. Ook de banken waar de overledene rekeningen heeft of bijvoorbeeld een kluis, moet u principieel op eigen initiatief verwittigen van het overlijden. De banken zullen vervolgens alle rekeningen, kluizen of andere financiële instrumenten blokkeren. Dat brengt met zich mee dat de gelden onbeschikbaar zijn totdat de bank officieel op de hoogte wordt gebracht van de wettige erfgenamen. Ook lopende opdrachten en domiciliëringen worden stopgezet. Als er geen blokkering zou zijn, zou men gelden kunnen afhalen ten nadele van de overige erfgenamen. Om de deblokkering te bekomen zal u dus eerst een officieel document moeten bekomen waaruit blijkt wie de erfgenamen van de overledene zijn. U kan enerzijds een attest van erfopvolging bekomen via de ontvanger van het registratiekantoor, of anderzijds een akte van erfopvolging laten opmaken door de notaris. Zolang de blokkering blijft duren, kan de bank principieel geen gelden vrijgeven, behoudens enkele uitzonderingsgevallen. Zo bijvoorbeeld kan de bank wel een geldelijk voorschot geven aan de langstlevende echtgenoot of langstlevend wettelijke samenwonende partner, met een maximum van 5000 euro. Ook bepaalde facturen kunnen nog betaald worden, zoals ziekenhuisfacturen.