Jobstudenten dienen immers geen sociale bijdragen te betalen zoals een gewone werknemer; zij dienen enkel een solidariteitsbijdrage te voldoen van 2,71%. Een gewone werknemer betaalt daarentegen sociale bijdragen aan een basistarief van 13,07%.
Ook op fiscaal vlak genieten jobstudenten van een voordelig stelsel: voor zover zij onder een bepaalde inkomstengrens blijven, moeten er in principe geen belastingen betaald worden.
Tevens voor werkgevers is het een opportuniteit werk uit te besteden aan jobstudenten. Werkgevers betalen immers ook veel minder sociale lasten voor de studenten die bij hen in dienst zijn. Voor jobstudenten betaalt men enkel een solidariteitsbijdrage aan 5,42% op het brutoloon. Het percentage aan sociale bijdragen ligt op die manier een heel deel lager dan de basis patronale bijdrage van 24,92 % voor werknemers in de privésector.
Voorwaarde voor dit alles is wel dat de student en werkgever in de eerste plaats schriftelijk een arbeidsovereenkomst voor studenten sluiten. Deze overeenkomst mag maximaal 12 maanden duren. Verder moet de student ook ingeschreven zijn in een erkende onderwijsinstelling.
Belangrijkste voorwaarde om onder de voordelige solidariteitsbijdrage te vallen is dat de student maximaal 475 uren per jaar mag werken in de periode dat hij of zij niet op school moet zijn. Werkt men toch meer uren dan de voorgeschreven 475 uren, dan zal men als gewone werknemer beschouwd worden en ook gewone sociale bijdragen moeten betalen. Er bestaat een handige applicatie om na te gaan of u binnen het plafond van 475 uren blijft, dat te consulteren is via student@work.
Om als jobstudent aan de slag te kunnen moet u ook aan een leeftijdsvoorwaarde voldoen. Meer bepaald mag u werken vanaf 16 jaar. Eventueel mag u ook al een jaartje eerder van start gaan op uw 15de op voorwaarde dat u dan de eerste twee studiejaren van het secundair onderwijs al hebt gevolgd.