Een bewindvoerder kan worden aangesteld door de vrederechter, die het bewind op maat zal afstemmen van de persoon in kwestie. Een bewindvoerder kan aangesteld worden om de vermogensrechtelijke belangen waar te nemen van de te beschermen persoon, maar eventueel ook zijn persoonlijke belangen. Daarbij zal de vrederechter in acht nemen dat de beschermingsmaatregel net zover reikt als nodig is in een specifieke situatie. De vrederechter zal moeten oordelen of de loutere bijstand van een bewindvoerder voldoende is, of dat deze een verregaandere opdracht van vertegenwoordiging moet krijgen.
Wanneer u meent dat iemand nood heeft aan de gerechtelijke beschermingsmaatregel van het bewind, kan u daartoe een verzoekschrift richten aan de vrederechter. Bij het verzoekschrift moeten een aantal inlichtingen verstrekt worden, zoals de identiteitsgegevens en familiale gegevens. Daarnaast moet er ook een geneeskundige verklaring gevoegd worden waaruit blijkt in hoeverre de te beschermen persoon omwille van zijn gezondheidstoestand niet langer in staat is beslissingen omtrent zijn vermogen en/of zijn persoon te nemen. Belangrijk is dat die geneeskundige verklaring niet ouder mag zijn dan 15 dagen. Uitzonderlijk kan de vrederechter zelf een arts-deskundige aanstellen om de persoon te onderzoeken, in het geval het onmogelijk zou zijn voor de verzoekende partij om een geneeskundige verklaring te bemachtigen.
De vrederechter zal de persoon in kwestie horen, alsook de personen die hij meent dat betrokken dienen te worden. De vrederechter zal vervolgens oordelen wie het best geschikt is om de positie van bewindvoerder in te vullen: dit kan een familielid zijn, maar de vrederechter kan ook een advocaat aanstellen.