oogwenk. Terwijl wij, de anderen van het gezin ernaar vol verwondering naar keken en het zelf ook eens probeerden. Tevergeefs, ook vandaag nog steeds geen puzzelvingers voor mij. Ik kan er wel een gedichtje of een liedje over schrijven. Dat kan mijn broer dan weer niet zo goed. Lang leve voor iedereen een eigen talent.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.