Traditiegetrouw staat hier al even de versierde kerstboom. Maar de beeldjes van de kerststal waren er nog niet onder geraakt. Dus stonden we met z’n twee afgelopen week in de kelder te zoeken naar de kist met de beeldjes erin. Gelukkig was deze snel gevonden, maar er ontbraken een aantal. De drie wijzen uit het oosten bleken onvindbaar. Hoe kan dat nu? Ze zijn vorig jaar toch samen ingepakt opgeborgen in dezelfde kist? Daar begon onze zoektocht. Alle dozen werden nagekeken. Niets te vinden. Ondertussen maalde er in mijn hoofd alle mogelijke scenario’s wat er met deze drie wijzen zou zijn gebeurd. Zouden ze stiekem vertrokken zijn? Geëmigreerd naar een andere stal, een andere straat of stad? Zouden ze op bezoek gaan naar andere instellingen? De universiteit van Leuven misschien om verder overleg te plegen over hun astronomische waarnemingen? Zouden ze zich misschien ook laten inenten, voordat ze terug naar het oosten zouden gaan? Of was er iets mis met hun kamelen en ezels en was er dringend een dierenartsbezoek nodig? Terwijl mijn fantasie een beetje op hol sloeg, bleef mijn ega alle dozen doorzoeken. En doorheen de jaren is dat nogal een behoorlijke stapel geworden. Van gouden kerstbollen tot zilveren linten en nostalgische vogeltjes met knijpklips eraan. Daar nog een doos met een verkreukte kerstman en een gedroogd kerststukje met edelhert op drie poten. Fijn om terug te vinden, maar de wijzen zijn ondertussen nog steeds spoorloos. Tja, na een jaar opruimen van de kerstspullen is dit geheugen niet meer zo helder om te weten waar ze zitten. Wie weet duiken ze ergens op in de zomermaanden, wanneer ik de zwembadspullen naar boven ga brengen. Dat ze al die maanden in een ligzetel met een pina colada hebben zitten genieten van zon, zee en strandherinneringen. Ik hoop ze echt wel terug te vinden, want ze zijn een erfstuk van de grootouders van mijn ega. Dan betekenen die beeldjes toch wel iets meer dan enkel gipsen afgietseltjes van vijftig jaar oud. Dan lijkt het wel of ze uitbundig
Met rasse schreden nadert het einde van het jaar. Er hangt toch wel wat onrust in de lucht, hoe we nu die laatste dagen moeten gaan invullen. Of mogen invullen, met wie, waar, hoe? Dit is zeker, het zal geen kerstperiode en eindejaar worden, zoals we al jaren gewoon zijn. We zullen moeten aanpassen, met z’n allen. Mijn ega en ik hebben al een beetje overlegd wat we zullen doen voor de feestmaaltijd. We gaan zeker een keertje een plaatselijke restaurant ondersteunen met een afhaalgerecht. En we gaan een keertje onszelf uitdagen om iets lekkers op tafel te toveren. Of dit met kerst of nieuwjaar zal worden, die knoop moeten we nog doorhakken. Geen probleem, dat gaat wel lukken.
Traditiegetrouw staat hier al even de versierde kerstboom. Maar de beeldjes van de kerststal waren er nog niet onder geraakt. Dus stonden we met z’n twee afgelopen week in de kelder te zoeken naar de kist met de beeldjes erin. Gelukkig was deze snel gevonden, maar er ontbraken een aantal. De drie wijzen uit het oosten bleken onvindbaar. Hoe kan dat nu? Ze zijn vorig jaar toch samen ingepakt opgeborgen in dezelfde kist? Daar begon onze zoektocht. Alle dozen werden nagekeken. Niets te vinden. Ondertussen maalde er in mijn hoofd alle mogelijke scenario’s wat er met deze drie wijzen zou zijn gebeurd. Zouden ze stiekem vertrokken zijn? Geëmigreerd naar een andere stal, een andere straat of stad? Zouden ze op bezoek gaan naar andere instellingen? De universiteit van Leuven misschien om verder overleg te plegen over hun astronomische waarnemingen? Zouden ze zich misschien ook laten inenten, voordat ze terug naar het oosten zouden gaan? Of was er iets mis met hun kamelen en ezels en was er dringend een dierenartsbezoek nodig? Terwijl mijn fantasie een beetje op hol sloeg, bleef mijn ega alle dozen doorzoeken. En doorheen de jaren is dat nogal een behoorlijke stapel geworden. Van gouden kerstbollen tot zilveren linten en nostalgische vogeltjes met knijpklips eraan. Daar nog een doos met een verkreukte kerstman en een gedroogd kerststukje met edelhert op drie poten. Fijn om terug te vinden, maar de wijzen zijn ondertussen nog steeds spoorloos. Tja, na een jaar opruimen van de kerstspullen is dit geheugen niet meer zo helder om te weten waar ze zitten. Wie weet duiken ze ergens op in de zomermaanden, wanneer ik de zwembadspullen naar boven ga brengen. Dat ze al die maanden in een ligzetel met een pina colada hebben zitten genieten van zon, zee en strandherinneringen. Ik hoop ze echt wel terug te vinden, want ze zijn een erfstuk van de grootouders van mijn ega. Dan betekenen die beeldjes toch wel iets meer dan enkel gipsen afgietseltjes van vijftig jaar oud. Dan lijkt het wel of ze uitbundig
0 Comments
Afgelopen week heb ik mijn eerste digitale concertje gegeven. Het was op vraag van de Orde van de Prince Maastricht, een organisatie die ijvert voor onze Nederlandse taal en cultuur. Vriendschap en verdraagzaamheid zijn twee sleutelwoorden doorheen hun werking. Over heel Vlaanderen en Nederland zijn er gelijkaardige organisaties, die maandelijks bij elkaar komen. Er worden lezingen en concerten georganiseerd, die een raakvlak kennen met onze taal en cultuur van toen, nu en in de toekomst. Er zijn heel wat afdelingen, tot in Zuid-Afrika en Curaçao toe. Zelf ben ik lid van de afdeling Maasland. Maar op dit moment staan de bijeenkomsten op een laag pitje omwille van het wereldwijde pandemieprobleem. Toch kent de digitale wereld ook haar intrede in deze bijeenkomsten. Ik mocht voor de afdeling van Maastricht een grensoverschrijdend digitaal optredentje geven. Ik moet zeggen dat het wel best meeviel. Al is op een concert je publiek in levende lijve zien, horen en reageren, zeker iets anders is. Deze keer keek ik de verschillende huiskamers, keukens en bureaus binnen. Ik zag de variatie aan meubels, wanddecoraties en schilderijen. Ik bewonderde de hoeveelheid lusters, salontafeltjes, wijn en gin-glaasjes, de rijk gevulde boekenkasten, die me absoluut nieuwsgierig maakten naar wat deze mensen zouden lezen. Een boekenkast legt volgens mij een klein beetje de ziel bloot van de bewoners van dat huis. Welke koesterboeken liggen er? Wat is hun interessewereld? Welk boek mag blijven staan in dat rek en verhuist niet naar de kringloopwinkel? Dat flitste me bij het openingsbeeld op mijn computerscherm door mijn hoofd. Maar natuurlijk was ik er in de eerste plaats voor mijn kleine publiek. Ik herkende wat gezichten van andere, wel face-to-face gelegenheden. Het was een fijn weerzien. Bij aanvang bleek er wat technische uitwisseling van tips en tricks nodig om iedereen helder in beeld en gehoor te krijgen. Je wordt er doorheen de lock-downmaanden wel steeds handiger in. De bedoeling van de avond was om een goed uur een warm taal- en liedjesbad aan te bieden. Ik had alle nummers al een keertje opgenomen, omdat ik vind dat live-streamen nu niet echt de kwaliteit in huis heeft voor een zangstem met gitaar erbij. Spreken lukt nog wel. Maar na het eerste nummer, bleek de techniek een stevige haar in de boter te geven. Mijn filmpje had opeens de neiging om haasje over te springen, te hakkelen en te stotteren. Dat was niet echt de bedoeling. Dan maar live uitvoeren. Met mijn gitaar en partituur voor het beeldscherm zong ik Dimitri van Toren, Johnny Cash, Miel Cools en hier en daar een eigen nummer. Ik zag wel dat ik applaus kreeg, maar ik hoorde er niets van. Heel vreemd was dat. Onmiddellijk begreep ik dat het applaus bij dove mensen uitgebeeld wordt met twee heen en weer draaiende handen die omhoog worden gestoken. Dat moet echt als muziek in de oren klinken, figuurlijk gesproken dan.
Je kan je voorstellen dat ik als horend podiummens, echt wel uitkijk naar live publiek. Daar mogen ze van mij zeker hun handen in de lucht steken en draaien. Dat klinkt even heerlijk. Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft. |
De MEESTER
Iedere week leest de meester iets voor vanuit zijn dagboek. Archieven
November 2024
Categorieën |