Ik ben me ondertussen aan het verdiepen in het herfstgedrag van dieren uit onze nabij gelegen bossen. Dat komt omdat mijn stad heeft gevraagd om een verhaal te bedenken dat verteld kan worden in een bosrijke omgeving. Een speurtocht waar herfst centraal staat. Ik krijg steeds carte blanche, een wit onbeschreven blad, dat ik mag invullen en beschrijven naar eigen believen. Ik weet dat sommige schrijvers en illustratoren, kunstenaars en waarschijnlijk meerdere creatievelingen schrik hebben van dat witte blad. Het moet immers gevuld worden, om welke reden dan ook. Om den brode, als je een beroepskunstenaar bent, voor het creatieve plezier als het voor jou een bijkomend zakcentje is. Het maakt de druk natuurlijk wat verschillend, maar dat blad blijft even leeg en maagdelijk wit. Ikzelf heb niet zozeer die angst om een blad te moeten vullen. Een dagboek is immers een neerslag van wat er om mij heen gebeurt, daar waar ik mee bezig ben. En laat dat nu elke week wel iets zijn, waar ik mij over verwonder. Op dit moment het bos dus, met de herfst in het vooruitzicht. Dieren hebben dat instinct om bij het korten van de dagen, het kouder worden in de natuur, hun herfstactiviteit op te starten. Dat gaat van het verzamelen van de nodige wintervoorraad, tot het laten groeien van de warme wintervacht, het veranderen van kleur tot winterwit, tot het toegeven aan de drang om zich voort te planten en de soort voort te zetten. Maar ook planten, bomen en struiken zetten een herfstsprintje in om de winter door te komen. Al deze dingen probeer ik om te zetten in een begrijpbaar verhaal voor kinderen. Dat het dan eerder ook nog om het jongere deel van de kinderen gaat, lees, kleuters en eerste leerjaar, maakt het er niet eenvoudiger op. Dat lijkt soms zo, dat een verhaal voor die leeftijd gemakkelijker zou zijn. Eigenlijk is de enige manier om dat te weten te komen, het zelf een keertje proberen. Hoe vertel ik nu aan een kleuter waarom een boom haar blaadjes verliest, rekening houdend met de waarheid van de natuur en haar al dan niet vaststaande wetten. Het grappige is nu net, dat in mijn verhaal een egel dit vertelt. Onmogelijk natuurlijk in de realiteit van alle dag, maar zo boeiend in de fantasie van mezelf als schrijver en hopelijk ook zo voor de oortjes van de kleine luisterbende. Ik ben benieuwd hoe dat gaat verlopen. Ik zal het snel weten, vermits ik een pittige deadline heb. Maar dat helpt mij wel. Ik noem het ‘adrenalineschrijven’. Dat houdt een mens jong, vermoed ik. Ik huppel alvast dartel door een aankomend hersftbos.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.