Wijzelf kregen laatst op school controle. Op schoolniveau heet dat inspectie of doorlichting. Je school wordt tegen het pedagogisch-didactische licht gehouden. Controle of je je werk wel goed hebt gedaan. Het blijkt broodnodig te zijn, vermits landelijk én over de zuilen heen, de kwaliteit van het onderwijs achteruitgaat. Naar de redenen ervan kan je menig boekje opendoen of volschrijven. Naar mijn mening is het een samengaan van verschillende factoren, waar je zelf als onderwijskundige niet altijd veel aan kan doen. Toch wordt de lat hoog gelegd en hoor je er met z’n allen overheen te geraken. Dat wordt dus gecontroleerd. Wat is je proces onderweg? Weet je waarmee je als school bezig bent? Wie is je publiek en waar wil je het naar toe leiden? Heel wat vragen die afgelopen week een antwoord moesten krijgen. Het zou te ver leiden om in dit dagboek alle antwoorden te geven, maar ik mag je alvast meegeven, dat onze inspecteurs opgetogen waren over het werk dat we hadden geleverd als schoolteam. Glansrijk geslaagd voor de controle. Hiep hiep hoera en een zucht van verlichting, ik kan het je verzekeren. Het is niet de bedoeling om voor de resterende paar jaren vanuit een zachte luie fauteuil les te geven. Er blijft werk aan de winkel, maar het positieve resultaat gaf toch een aangenaam gevoel. Teamwerk loont en deze meester mocht in de grote soepele schoolklok een klein radertje in zijn. Tempus fugit.
Voilà, zeg dat de meester het gezegd heeft.