Zo kreeg ik onlangs een berichtje over een theatervoorstelling waar een aantal scholen naar toe waren geweest. Blijkbaar hadden een aantal leerlingen zich niet gedragen tijdens de voorstelling, wat natuurlijk heel erg vervelend is. Zowel de acteurs, de organisatie en de andere toeschouwers ondervinden hier last van. Heel terecht natuurlijk dat er een berichtje komt om dit in de eerste plaats in de toekomst te vermijden. Een theatervoorstelling voor scholen is altijd al een beetje tricky. Misschien herinner je je wel een eigen schoolvoorstelling, waarbij in de schouwburg het licht langzaam uitging. Daar dook opeens gejoel op. Geen idee wie ermee begon, maar het zwol pittig aan. Als de voorstelling al is gestart, nog voordat het gordijn is opengegaan, dan gaat die info helemaal verloren. Zo herinner ik me een voorstelling van Agatha Christie, als ik het goed voorheb ‘The mousetrap’ waar we met het middelbaar naar toe gingen. Je hoorde in de donkere zaal, nog ergens in de verte tussen het gejoel door, een nieuwsbericht, waarin werd aangekondigd, dat er zeer zware sneeuwval werd verwacht. Dat was voor het theaterstuk wel erg belangrijk, omdat zo niemand de plaats delict kon verlaten. Dus met het missen van dat stukje info, bleef het theaterstuk wat onduidelijk. Een beetje ondergesneeuwd, zoals je wenst, maar nu figuurlijk.
Zelf vond ik theater altijd bijzonder. Het wat tragere ritme van het spelen, de trage wissel van decors en licht, de tijd die je kreeg om het geheel in je op te nemen, daar hield ik wel van. Al was toen het hele tv-gebeuren ook erg traag, zeker wat betreft de lengte van de gespeelde scenes. Tegenwoordig flitst het van het één naar het ander. Precies daar zit volgens mij de knoop gebonden. Jongeren kennen vaak enkel deze vorm van beeldcultuur en veel theater is niet meteen flitsend te noemen. Je hebt er een andere instelling voor nodig. Laat dat dan ook weer het probleem zijn van verschillende klassen en scholen. Heel wat van deze jongeren gaan niet meer naar theater, kennen deze speelvorm niet. Vinden niet flitsend al vlug saai en vermoeiend. Ze moeten er zelf te veel moeite voor doen, net zoals bij het lezen. Niet voor niets dat het leesniveau en leesplezier omlaaggaan. Te veel inspanning tegenover het consumeren van de beeldcultuur.
Mijn dilemma dus: moet je kinderen alsnog laten proeven, ze leren om te gaan met theatervoorstellingen? Of geef je hun hiertoe geen kans meer, omdat hun gedrag niet voorspelbaar is in de zaal? Daarbij ook nog: hoe kunnen ze deze kunstvorm toch leren kennen als ze niet de kans ertoe krijgen om het te ontdekken? Ik vond het alvast een pittige denkoefening. Ik heb nog geen pasklaar antwoord, maar ik ben er mee bezig.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.