Ondertussen heb ik mijn klasje van 16 bengels ingeleid in het vijfde leerjaar. Ik had het echt wel gemist, mijn eigen klas, mijn eigen groep. Met het nodige enthousiasme kwetterden ze tegen elkaar in de speelplaatsrij over de voorbije periode, over het thuisblijven, over het elkaar missen, over het eindelijk mekaar weer zien, het eindelijk weer met elkaar mogen spelen. Ik kan ze geen ongelijk geven. Het heeft lang genoeg geduurd, al moet ik hen natuurlijk op het hart drukken, dat de veiligheid nog steeds van groot belang is. Dat ze me moeten helpen als ik mijn mondmasker moet opzetten als ik de klas uitwandel. Ik verzeker je, dat doen ze met verve. Alle ogen staan als adelaars gericht op mij wanneer ik door de klas wandel. De oren zijn gespitst voor nieuwe leeravonturen. En ik mag ze meenemen doorheen hun speurtocht in nieuwe getallen, nieuwe teksten en boeken, nieuwe mensen, andere tijden, verre planeten en eigen toekomstplannen. Wat heb ik er zin in.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.