Ik moest voor dit kleine gitaartje, een bijzonder reismodel, een eindje rijden, richting Landen. Het enige dat ik mij nog herinner van Landen, is dat we er ooit in een ver verleden met de trein aankomen waren. Het bleek het eindstation te zijn van onze reis, na een week op kamp te zijn geweest. Met een groepje hadden we besloten om terug naar huis te gaan met het openbaar vervoer, om onze ouders niet extra te belasten met een lange rit en een bende uitgelaten kampgangers. Blijkbaar had niemand van ons gehoord dat er in de trein werd afgeroepen, dat een aantal treinstellen afgekoppeld zou worden en opgesplitst verder zou rijden. Jawel, we zaten dus in het verkeerde treinstel en kwamen niets vermoedend aan in ons eindstation Landen, terwijl het Hasselt had moeten zijn. Er zat niets anders op dan een telefooncabine te zoeken. Jawel, dat moest in die gsm-loze tijd nog gebeuren. Gelukkig kon het met kleingeld en niet met een plastieken kaartje, weet je nog. Alsnog moesten we onze ouders met het schaamrood op de kaken vertellen dat we in Landen stonden en niet meer thuis konden geraken. De autorit moest dus toch worden gemaakt. Dat heb ik van Landen nog onthouden. Mijn afgelopen autorit er naartoe viel zeker mee. Je rijdt van hieruit door een prachtig glooiend landschap met kilometerslange fruitboomgaarden. Zonder bloesems, maar toch met het nodige groen aan beide kanten van de weg. Ik moest denken dat het niet voor niets is, dat onze provincie aan toerisme heeft gewonnen de laatste jaren. Zo reed ik de stad binnen en met gps feilloos tot aan het huis waar mijn gitaar stond te wachten op mij. Van het jonge stel met hond en kleintje aan de tafel kreeg ik een warm welkom, een plekje om de gitaar uit te proberen. En jawel, het verwisselde in die vooravond van eigenaar. Trots als een kleine jongen en blinkend als een net opgewreven zomerappeltje reed ik weer naar huis. Ik telefoneerde onderweg naar huis en vertelde uitgelaten aan mijn ega over mijn nieuwste aankoop. Toen ze ook nog een keer het gesprek afrondde met ‘dat het eten bijna klaar was’ kon mijn avond niet meer stuk. Het klonk allemaal als muziek in mijn oren.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.
.