Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.
Beste luisteraar, het jaar 2024 heeft 52 weken. Dat wil zeggen dat ik een jaar rond ben met het dagboek van de meester. Mijn tiende schrijfjaar begint met dit dagboek. Als ik dan eventjes blij mag zijn hiermee: ‘Hiep hiep hoera, meester met je dagboek.’ Ja, ja, ’t is al goed. Schrijf nu maar gewoon verder voor dit tiende jaar. Heet zoiets relativeren? Dat moet haast wel, want ik bedenk dat dit dagboekfragment het eerste is van de grote zomervakantie. Misschien wel van de grote uittocht, de exodus van families naar het zuiden of andere oorden. Is jouw koffer al gepakt, de tent uitgeprobeerd, de zwemzakken gevuld met badkledij en smeerspullen? Ik geef toe dat ik er nog niet aan toe ben. Meestal kiezen mijn ega en ik een last-minute uitstap naar de zee. Daar mag onze hond ook naar toe. Vliegen is niet echt aan hem besteed, dat doen we zo’n oud baasje niet meer aan. Ik moet toegeven dat de zondagse uitstap naar Bokrijk ons zeer goed heeft gedaan. Een kleine wandeltocht tussen de huisjes van het openluchtmuseum. Het was al eventjes geleden, dat we daar tussendoor wandelden. Met de zomereditie werd er hier en daar theater gespeeld. Terug naar het begin van de twintigste eeuw. De pastoor, de champetter, de boerin, de herenboer. Ze liepen met z’n allen tussen het nieuwsgierige volk met gsm en fototoestellen in de aanslag. Maar stoïcijns bleef de pastoor in zijn rol en declameerde dat er dit jaar verkiezingen zijn. Dat er op de juiste partij diende gestemd te worden. Dat er een paar ogen mee keek over de schouders van de stemgerechtigden. Maar dat de vrouw aan de haard moest blijven. Dat bevestigde ook de herenboer. ‘De tanden van het paard en de handen van de vrouw blijven steeds doorwerken,’ was zijn leuze. De champetter zocht ondertussen naar de dader van het roven der rozen uit de tuin van de pastorij. Welk ongecontroleerd projectiel had dit toch maar gedaan? Jawel, iemand uit het toekijkend publiek bleek de dader te zijn. Maar met de verplichting van de pastoor om dit te gaan biechten, zou het weer opgelost zijn. Heerlijk toch, hoe je terug in de tijd mag gaan. Was het allemaal beter toen? Ik geloof het niet, maar het was in ieder geval pakken rustiger dan de dag van vandaag. Het tempo zal zeker aanwezig zijn geweest, maar heel veel werd toen door de natuur bepaald. Ploegen, zaaien, oogsten. Het organiseren van dorpsfeesten, een trouw, geboorte, naar de jongens- of de meisjesschool. Het was duidelijk en rechtlijnig. Het dorp keek mee, of je dat nu tof vond of niet. Je hoorde je te gedragen, want ook van een volwassenen kon je een draai tegen je oren krijgen, als je buiten de schreef liep. En die volwassene was niet je vader of moeder. Dat moet je tegenwoordig eens proberen. Niet dus. En met een stukje versgebakken, nog lauwwarm brood, knabbelde ik langs de kasseienlaan. Terug naar de wagen met de airco binnenin om weer naar huis te rijden. Dat koele briesje deed ook wel deugd, geef ik grif toe.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
De MEESTER
Iedere week leest de meester iets voor vanuit zijn dagboek. Archieven
January 2025
Categorieën |