Op dit moment zitten we dus in code rood met alle maatregelen eraan vast. Nee, we zijn er nog niet. Al ben ik wel blij dat de rode kleur niet automatisch in onze huizen zou aanfloepen. Het zou een verwarring van jewelste kunnen opleveren. Daar heeft de regering nog geen zeggenschap over en zou een beetje té futuristisch zijn. Al denk ik dat heel wat mensen wél aan de toekomst denken. Je hoort wel eens opmerkingen voorbijkomen: Nu is het niet meer OF je besmet geraakt, maar wel wanneer. Dat lijkt me net een brugje te ver. Met mijn drie vaccinaties voel ik mij behoorlijk veilig. Ik ga eens een hapje eten, ik durf gerust met mijn buren een gesprekje aan te gaan, ik spring wel een keertje binnen bij mijn moeke. Natuurlijk met de nodige afstand, ontsmettingsgel in mijn jaszak en met het onafscheidelijk geworden mondmasker op. Het moet nog een beetje.
Ik heb onlangs met mijn kinderen van de klas een online-moment ingelast. Opeens zag ik ze op het scherm zonder masker op. Dat was weer even wennen. Het viel me onmiddellijk op hoe vaardig ze met scherm, linken en streamen zijn. Gelukkig hielp mijn ega mij met het opstellen van de mail en de door te sturen link. Vooral het tegelijkertijd delen van documentjes op het scherm bleek een behoorlijke klus. Je laat de kinderen best niet té lang wachten terwijl jij aan het klooien bent met swipen en pop-uppen van materiaal. Ik voelde dat het tempo van digitale vaardigheid bij kinderen zoveel hoger ligt dan bij mijn generatie. Ik veralgemeen misschien wat, maar het kwam op dat moment bij mij toch zo over. Maar ik heb een idee: Ik doe mijn digitale trainingspak aan. Ik duw op code geel, kwestie van rustig te beginnen. En deze meester is klaar om wat digitale huppelsprongetjes te maken.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.