Verder moet me het volgende toch even van het hart. Ik zag op tv een reportage over wedstrijd-eten. Jawel, je hoort het goed, wedstrijd-eten. De bedoeling is om zoveel mogelijk voedsel naar binnen te schrokken binnen een vooropgestelde tijd. Met ontzetting heb ik gekeken naar de deelnemers die achter een gigantische berg eten zaten, met een timer in de hand. Na het signaal ging elke deelnemer aan de Holle Bolle Gijs opdracht en verorberde binnen een half uur maar liefst 10 000 kilocalorieën. Broodjes gehakt, broodjes lamsvlees, een Engels ontbijt, een toren wafels met daartussen zoete karamelsaus en bovenop de onvermijdelijke topping slagroom met gekleurde sprinkels en nog meer vreemde ontbijtingrediënten. Ik voelde mijn maag zich letterlijk omdraaien bij het zien van dit bevreemdende spektakel. De deelnemers werden dan ook nog aangemoedigd door een horde joelende en filmende fans. Ik heb eens in mijn haar gekrabd, aan mijn thee gedronken en besef dat ik nu nog steeds met verbijstering nadenk over dit vreemde fenomeen. Misschien dat een lenteklus helpt om er een keertje over te filosoferen.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.