Ondertussen kijken mijn hond en ik wel even naar de wolken zelf, of we al dan niet de wandeling uitstellen. Onze Vondel heeft zo zijn manier om dat duidelijk te maken. Hij trippelt naar de achterdeur, kijkt vanaf de drempel de tuin in, dan naar de lucht en zo naar mij. Overduidelijk draait hij zich om bij de overvloedige plensbuien en gaat in zijn mand liggen met zijn knuffel tussen de poten. Wachten op iets drogers, is de boodschap. Ik zet me aan de computer en schrijf verder aan mijn opdrachten. Een dagboek, een tekst voor dorp op stap, een presentatie voor het schoolfeest. Er is werk genoeg om de tussentijdse buien te overbruggen.
Vooral die schoolfeestteksten probeer ik iets meer inhoud te geven. Kinderen van de wereld van nu worden later de volwassenen. Ik gun hun van harte de nodige vrede, de nodige ruimte, veel zonnige dagen en de nodige regenkleding voor kletsnatte momenten. Maar laat ze nu vooral veel dansen en samen plezier maken op dat podium dat voor hen wordt opgebouwd. En voor die dag, hopelijk helemaal veilig en droog.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.