Ik mocht gelukkig afgelopen week nog met Frank Daenen, illustrator van verschillende van mijn boeken, nog een keertje vertellen in een bieb voor kleine veilige kleuterbubbels. Voldoende afstand, een mondmasker en veel handgel hebben we met z’n allen gebruikt om veilig te vertellen en te tekenen. Het was na al die tijd nog een keertje een heerlijk taal- en tekenfeest. We vertelden en zongen vanuit ons gezamenlijk prentenboek. Met tablet en beamer werd er heerlijk op de muur getekend. Al dachten een paar kleintjes dat de biebjuf dat niet zo leuk zou vinden. Zomaar op de muur tekenen? Dat doe je toch niet. Maar met de digitale gom verdween al het tekenwerk van de biebmuur. Tot grote opluchting van de jonge deelnemers. Met diezelfde digitale hocuspocus konden dan weeral de tekeningen naar de school worden verstuurd om ingekleurd te worden. Daar had de vrolijke bende met juf wel oor naar.
Toen één van de kleintjes vroeg of het grote nijlpaard ook een oranje kleurtje mocht krijgen, werd ik opeens instant gelukkig. Er wordt weer kleur gegeven aan de wereld, een beetje onverwacht, dat oranje voor een nijlpaard, maar o zo heerlijk creatief en gedurfd.
‘Natuurlijk mag dat,’ lachte ik. ‘Jouw nijlpaard mag ook een paars kleurtje krijgen.’
‘Het mag zelfs met rood en witte stippen.,’ vulde Frank aan. Met de creativiteit zit het helemaal snor. Het komt helemaal goed.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.