Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.
Het gebeurt wel een keer, dat je iets meemaakt, waar je de hele dag niet goed van bent, iets dat je een beetje door elkaar heeft geschud. Dat had ik afgelopen week, toen ik die ochtend met mijn hond Vondel de geijkte morgenwandeling maakte. Het was de wandeling naar het sportterrein. Dat wil zeggen, een wandeling naar de rechterzijde van de straat. De wandeling naar de andere kant is richting station. Ik weet niet hoe het komt, maar in de ochtend gaat het meestal richting voetbal- en tennisplein. ’s Avonds is er eerder de voorkeur om het station even te bezichtigen. Goed, we waren die ochtend terug onderweg naar ons beider ontbijt, toen ik de drie eenden de weg zag oversteken. Ik zeg welbewust dé drie eenden, want dit triumviraat waggelt al een hele tijd van het mini-vijvertje op huisnummer 29 naar de grote vijver bij het cultureel centrum. Ik bedenk altijd als ik ze zie passeren, dat ze een wandeling maken tussen cultuur en natuur. Een perfect evenwicht dus. Zo stapte het drietal richting cultuur, tot er eentje, precies op de rand van de weg bleef zitten. De twee anderen waren al het weilandje opgestapt. Opeens reed een donkere wagen voorbij en reed de arme eend aan. Ik zag de remlichten nog even aangaan, maar de wagen scheurde weeral door. Geen tijd waarschijnlijk die ochtend, weeral te laat vertrokken, waarschijnlijk. Ik had maar een half oog nodig, dat het ondertussen met die arme stakker in de straatgoot niet goed ging. Ik wandelde snel dichterbij en zag het diertje proberen de rand op te kruipen. Dat lukte niet meer. De vleugels lagen plat naast het lijf. Onmiddellijk erna zag ik de oogjes dof worden en daar lag ze. De eend bewoog niet meer. De twee andere eenden bleven een eindje verder zitten in het gras. Ze keken om, zagen mijn hond, wat normaal gezien voldoende is om er zo snel mogelijk van door te gaan. Maar nu niet. Ze bleven kijken, waar hun maatje bleef. Tevergeefs natuurlijk. Daar stond ik. Echt even aan de grond genageld. Mijn maag draaide zich om. Eén van dé drie heeft het niet gehaald die ochtend. Hoe erg was dit, bedacht ik. Geen enkele reden te vinden, waarom dit nu moest gebeuren. Natuurlijk gebeuren er ongelukken op de weg met diertjes die aangereden worden. Je ziet ze jammer genoeg te vaak liggen. Maar dit was echt wel op het moment, dat ik de eend zag overgaan van leven naar dood. Het was een heel vreemde gewaarwording. Onmiddellijk dacht ik, dat ik geen vegetariër ben, en dus wél vlees eet. Ik zie dat stukje vlees op mijn bord ook niet als de koe, die in de wei staat te grazen. Dat dier leefde eerst ook. Ik heb ooit een jaar geen vlees gegeten, gewoon om te weten of dat haalbaar was. Vermits ik dit nog schrijven kan, is het zeker haalbaar. Even vond ik, dat opnieuw een jaar vegetariër zijn, misschien niet zo een gek idee is. Ik denk er nog altijd over na. Plots flitste het beeld van de arme eend weer door mijn gedachten. Hij is nu verhuisd naar de eeuwige jachtvelden. Al vind ik die plek voor mijn arme eend niet echt dé fijnste plek om te gaan rondfladderen. Nee, liever geen jachtvelden. Van mij mag hij naar de eeuwige groene vijver vol lekker kroos en andere eendenhapjes. Dat heeft hij toch verdiend, vind ik.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
De MEESTER
Iedere week leest de meester iets voor vanuit zijn dagboek. Archieven
November 2024
Categorieën |