Ik vroeg het me vooral af, toen ze weer naar buiten wandelden. Op een bepaald moment vroeg iemand of ze naar een gekend fastfoodrestaurant zouden gaan in Amsterdam, wanneer we het Anne Frank huis zouden gaan bezoeken. Dat schudde eventjes aan mijn begripsboom. De gigantische impact van de oorlog op de wereld tegenover een bezorgde maaginhoud op één enkele middag. Ik was er eventjes niet goed van. Natuurlijk moet er gegeten worden tijdens een uitstap. Natuurlijk is er bezorgdheid van de kinderen hoe de dag zal verlopen. Maar dat de gedachtegang zo van het éne uiterste naar het andere kon schieten, was toch even slikken. Af en toe hou ik dan ook mijn hart vast voor de toekomst, voor de jongeren die nu rondlopen en met z’n allen de wereld van later moeten gaan laten draaien. Ik hoop alvast dat er hier en daar wat gestrooid wordt, dat de juiste bodem bereikt wordt. Dat het voldoende zal regenen. Allemaal spreekwoordelijk, maar wel broodnodig voor later. Ik hoop het echt.
Ondertussen heeft mijn ega de kerstboom al opgetuigd. Ik vind het absoluut oké, te meer omdat zo’n boom met de lichtjes erin, de kerststal eronder en de plek voor de kleine pakjes eromheen, een mens al eens doet laten stilzitten, mijmeren, overlopen van het voorbije jaar en uitkijken naar een volgende periode, niet? Ik ben alvast begonnen.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.