Ik mocht dus trakteren in de klas en in de leraarskamer. Normaal gezien kijken mijn collega’s hals reikend en likkebaardend uit naar de zelfgebakken speculaas en mikkemannen die mijn moeke elk jaar bakt voor deze gelegenheid. Maar de maatregelen hebben roet in het eten gegooid. Ook zelf ingepakt met handschoenen aan, mocht ook niet. Het moesten voorverpakte snoeperijen zijn. Dat heb ik dan maar gedaan. Toen ik in de klas de mini-zakjes chips…oeps… niet zo gezond, maar o zo lekker, aan het uitdelen was, borrelde toch een raar idee in mijn hoofd. Vroeger waren het grote zakken die ik uitkieperde op kleine plastieken bordjes, maar dat mocht dus ook niet meer. Voorverpakt, dan mocht het nog net. Zou ik straks mijn toetsblaadjes ook voorverpakt moeten uitdelen? En dan op commando je bundeltje uitpakken, het plastiek in de juiste vuilnisbak kieperen en dan aan je opdracht beginnen. O ja, eerst nog je handen, pen, potlood en gom ontsmetten. Ik verzeker je, het blijft een heel gedoe en is niet altijd even duidelijk wat nu wel kan of mag. Turnen in de kleine zaal: mondmasker ook op; op de speelplaats: mondmasker af maar afstand houden; turnen in de grote zaal: mondmasker af, maar niet als mama het heeft verboden. Een kat vindt in haar nest haar eigen jongen niet meer. Voor de grap had ik gezegd dat mijn kinderen hun chips moesten opeten met het mondmasker nog op. Ik heb nog nooit zoveel vragende blikken in mijn richting gekregen. Hoe moesten ze dat nu doen? Toen ik daarbij nog zei dat ze de chips zeker eerst moesten ontsmetten, werd het één vrolijke janboel. Amai, zoute chips met gelsmaak. ‘Dat hebben ze nog niet op de markt gebracht,’ grapte één van mijn bengels. ‘Het zou ook niet zo een groot succes zijn,’ verzekerde ik de klas. Jawel, daar waren ze het helemaal mee eens.
Met z’n allen hebben we het zakje virusvrij leeggegeten. En met een vrolijke ‘lang zal ie leven’ begonnen we dan maar aan de wiskundeles, ook virusvrij.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.